Spuitpompen
SPUITPOMPEN OP SPOED EN INTENSIEVE ZORGEN
1. ACTILYSE
- Fibrinolyticum gebruikt voor het oplossen van bloedklonters bij:
- longembolie;
- myocard infarct nu echter vervangen door Metalyse (bolus);
- TIA.
- (1 flacon à 20 mg alteplase + 1 flacon à20 ml oplosmiddel) => wordt niet gebruikt op HB.
- 1 flacon à 50 mg alteplase + 1 flacon à50 ml oplosmiddel.
- Flacons oplossen met bijgevoegd oplosmiddel, niet schudden (schuimvorming).
- Puur toedienen volgens GUSTO-protocol (i.f.v. gewicht).
Bolus over 1 à 2 minuten
gewicht |
bolus:
15 mg =
15 ml IV.< /span > |
IV-perfusie:
0.75 mg/ kg over 30 min.(max. 50 mg)
|
IV-perfusie:
0.50 mg /kg over 60 min. (max. 35 mg)
|
totale dosis:
(max. 100 mg)
|
42
|
15 ml
|
63 ml/ uur = 32 mg
|
21 ml/ uur = 21 mg
|
68 mg
|
44
|
15 ml
|
66 ml/ uur = 33 mg
|
22 ml/ uur = 22 mg
|
70 mg
|
46
|
15 ml
|
69 ml/ uur = 35 mg
|
23 ml/ uur = 23 mg
|
73 mg
|
48
|
15 ml
|
72 ml/ uur= 36 mg
|
24 ml/ uur = 24 mg
|
75 mg
|
50
|
15 ml
|
75 ml/ uur = 38 mg
|
25 ml/ uur = 25 mg
|
78 mg
|
52
|
15 ml
|
78 ml/ uur = 39 mg
|
26 ml/ uur = 26 mg
|
80 mg
|
54
|
15 ml
|
81 ml/ uur = 41 mg
|
27 ml/ uur = 27 mg
|
83 mg
|
56
|
15 ml
|
84 ml/ uur = 42 mg
|
28 ml/ uur = 28 mg
|
85 mg
|
58
|
15 ml
|
87 ml/ uur = 44 mg
|
29 ml/ uur = 29 mg
|
88 mg
|
60
|
15 ml
|
90 ml/ uur = 45 mg
|
30 ml/ uur = 30 mg
|
90 mg
|
62
|
15 ml
|
93 ml/ uur = 47 mg
|
31 ml/ uur = 31 mg
|
93 mg
|
64
|
15 ml
|
96 ml/ uur = 48 mg
|
32 ml/ uur = 32 mg
|
95 mg
|
66
|
15 ml
|
99 ml/ uur = 50 mg
|
33 ml/ uur = 33 mg
|
98 mg
|
68
|
15 ml
|
100 ml/ uur = 50 mg
|
34 ml/ uur = 34 mg
|
99 mg
|
70 en meer
|
15 ml
|
100 ml/ uur = 50 mg
|
35 ml/ uur = 35 mg
|
100 mg
|
- Mag op kamertemperatuur bewaard worden, beschut tegen het licht.
- Opgelost, op kamertemperatuur slechts 8u houdbaar ð oplossing onmiddellijk gebruiken.
- Opgelost, in koelkast van 2-8 °C, 24 uur houdbaar.
- Toedienen via speciaal ingestelde infuuspomp (HB) of spuitpomp (IZ) en bij het gebruik van een spuitpomp een spuit van 100 ml gebruiken.
- Mag niet met andere medicijnen toegediend worden. Hieronder valt ook Heparine.
- Steeds via een aparte leiding toedienen.
2. ACTOSOLV
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Plasminogeenactivator, gebruikt voor het oplossen van bloedklonters.
- Wordt o.a. gebruikt bij arteriële trombolyse.
- 1 flacon = 600.000 E.
- 1 flacon van 600.000 E oplossen met 12 ml water voor injectie.
- Van deze oplossing 6 ml (= 300.000 E) verdunnen met 44 glucose 5% of NaCL 0.9´%.
- Oplossing 50 ml = 300.000 E.
- Bewaren tussen 2° C en 8°C.
- Na oplossen in de voorgeschreven heveelheid water voor injectie kan Actosolv maximum 12 uur bewaard worden bij 20°C.
- Toedienen via infuuspomp.
- T.g.v. toediening kunnen bloedingen optreden. Bij ernstige bloedingen moet de behandeling onderbroken worden en moet een proteïnase-inhibitor (bv. aprotinine) toegediend worden.
3. ACTRAPID
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Insulinepreparaat dat we gebruiken bij:
- Hyperglycemie.
- Diabetes patiënt waarbij we de glucose spiegel willen in de hand houden.
- Op IZ voor het stabiliseren van de bloedsuiker : bij kritieke patiënten bloedsuiker tussen 90-120 mg/dl
- 1 flacon = 10 ml = 100 E/ ml
- 50 E Actrapid (0.5ml) + 49.5 ml NaCl. 0.9%.
- 1 E = 1 ml
- Zie procedureglycemiecontrole.
- Kan toegediend worden SC in shot of IV via een spuitpomp.
Opstartschema
50 E AR / 50 ml NaCl.0.9%spuitpomp Glyc 120 - 220 Start
met 2E /uur Start met 2 ml/ uur Glyc > 220 Start
met 4E /uur Start met 4 ml/ uur
Follow-up schema
- Start meestal met 2 E of 4 E/ uur.
- Controle na 2 uur of 4 uur (indien glycemie <120)
> 140 + 1 à 2 E/ uur 120-140 + 0.5 à 1 E/ uur 90-120 Dosis constant houden
Schema afdeling na ontslag IZ
1l glucose 5% / 12 uur 50E actrapid / 50ml fys met spuitpomp = 1E = 1ml
STARTDOSIS BEPAALD DOOR ARTS :………….. OPMERKINGEN Glucosemeting via vingerprik om de 2 uur
Aanpassingsschema:
<60 mg :- 0,5E + 10gr glucose IV
<100 mg : -0,5E
tussen 100 en 180 mg : dosis aanhouden
>180 mg : +0,5E
>360 mg : +0,5E + 3E actrapid IV in shot. Vaste aanpassing insuline:
22u : - 1E
08u : + 1E
Zo glycemie: stijgt >150mg: +1Eipv.+0,5E
daalt <150 mg: -1E ipv. -0,5E
< 60mg of >360mg: controle na 1u ipv. 2u
- Flacons, bewaard in de koelkast, 6 weken houdbaar, beschermen tegen zonlicht.
- Werking van de insuline wordt afgebroken als het samen toegediend wordt met ACE inhibitoren (Capoten, Tritace, Renitec), niet selectieve beta blokkers (bv. Inderal), salicylaten, anabole steroïden en alcohol.
- Toegediend via een infuus wordt een grote hoeveelheid van de insuline geabsorbeerd door het infusiemateriaal ® glycemie goed opvolgen.
Opgelet bij de toediening van Humaan Albumines.
4. ADENOCOR
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Anti-aritmicum gebruikt bij (supraventriculaire) tachycardieën en Wolff-Parkinson- White (W.P.W.-syndroom).
- 1 ampul = 2 ml = 6 mg
- Gebruiksklare oplossing.
- Initieel : 3 mg in snelle IV bolus (< 2 sec).
- Tweede dosis na 1 à 2 min.: 6 mg in snelle IV bolus (< 2 sec).
- Derde dosis na nogmaals 1 à 2 min.: 12 mg in snelle IV bolus (< 2 sec).
- Hogere doses worden niet aanbevolen.
- Gebeurt enkel in bolusinjectie daar dit snel ingespoten moet worden (werkingsduur na +/- 30 sec.).
- Wordt enkel in bolus gegeven in aanwezigheid van arts vanwege het risico op totaal AV- blok.
- Contra-indicaties
- Inname dipyridamole (persantine®).
- Astma bronchiale.
- Geleidingsstoornissen.
5. ADRENALINE
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Sympaticomimeticum gebruikt bij cardiovasculaire urgentie met shocktoestand.
- Wordt op hartbewaking enkel gebruikt bij reanimaties en wordt niet via spuitpomp toegediend.
- 1 ampul = 1 ml = 1 mg.
- 1 ampul = 10 ml = 10 mg.
- Afhankelijk van het doktersvoorschrift is de concentratie 8mg/50 ml of 16 mg/ 50 ml :
- 8 ml Adrenaline (8 mg) + 42 mlglucose 5%.
- 16 ml Adrenaline (16 mg) + 34 mlglucose 5%.
- Op advies van arts naargelang de ernst van de toestand van patiënt.
- Toedienen via spuitpomp .
- Beschermen tegen licht. Een roze, bruine verkleuring duidt op afbraak van adrenaline. Dergelijke verkleurde oplossingen worden best niet meer gebruikt.
6. AGGRASTAT
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Anti-thromboticum : inhibitor van bloedplaatjes-aggregatie wordt gebruikt bij instabiele angort en AMI.
- 1 flacon = 50 ml = 0.25 mg/ ml reeds opgelost in kant en klaar zakje (250 ml = 12,5 mg)
- Kant en klaar zakje: infuusoplossing van 250 ml = 12,5 mg concentratie = 50 µg/ml.
- Initiële infuussnelheid : 0.4 µg/kg/min gedurende 30 minuten.
- Onderhoudssnelheid : 0.1 µg/kg/min.
- Bij ernstige nierinsufficiëntie : oplaaddosis = 100%, onderhoudsdosis =50%
- Dosering op basis van het lichaamsgewicht
Lichaamsgewicht (kg)
|
Initiële infuussnelheid:
30 min. (ml/uur) |
Onderhoudsinfuus
snelheid (ml/uur) |
30 - 37
|
16
|
4
|
38 - 45
|
20
|
5
|
46 - 54
|
24
|
6
|
55 - 62
|
28
|
7
|
63 - 70
|
32
|
8
|
71 - 79
|
36
|
9
|
80 - 87
|
40
|
10
|
88 - 95
|
44
|
11
|
96 - 104
|
48
|
12
|
105 - 112
|
52
|
13
|
113 - 120
|
56
|
14
|
120 - 128
|
60
|
15
|
129 - 137
|
64
|
16
|
138 - 145
|
68
|
17
|
146 - 153
|
72
|
18
|
- Minstens gedurende 48 tot 108 uur.
- Infuus mag verder gezet worden tijdens en nog 12 tot 24 uur na de angiografie.
- Steeds toedienen via (volumetrische) spuitpomp.
- Indien de patiënt naar de afdeling gaat, NOOIT spuitpomp met Aggrastat® meegeven.
- Oplossing is maar goed gedurende 24 uur! Bewaring op kamertemperatuur.< p >
7. BEROTEC
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Bronchodilatator gebruikt bij bronchospasmen en bronchial astma.
- 1 ampul = 10 ml = 0.5 mg of 500 ý
- Puur toe te dienen
Dosis: 0.25 ý - 5 ý/ min, gemiddeld 1.4 ý/ min
0.25 ý/ min
|
0.3 ml/ uur
|
0.5 ý/ min
|
0.6 ml/ uur
|
1 ý/ min
|
1.2 ml/ uur
|
1.5 ý/ min
|
1.8 ml/ uur
|
2 ý/ min
|
2.4 ml/ uur
|
2.5 ý/ min
|
3 ml/ uur
|
3 ý/ min
|
3.6 ml/ uur
|
3.5 ý/ min
|
4.2 ml/ uur
|
4 ý/ min
|
4.8 ml/ uur
|
4.5 ý/ min
|
5.4 ml/ uur
|
5 ý/ min
|
6 ml/ uur
|
Toedienen via spuitpomp.
8. BURINEX
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Lis-diureticum gebruikt bij oedemen van renale, hepatische of cardiale oorsprong (hartdecompensatie, longdoedeem, hypertensie).
- Gebruikt voor een snelle ontwatering, bv. bij decompensatie cordis.
- 1 ampul = 4 ml = 2 mg (1 ml = 0.5 mg).
- Puur toe te dienen.
- Bv.
- 2 mg / uur = 4 ml / uur.
- 4 mg / uur = 8 ml / uur
- Toedienen via spuitpomp.
- Beschermen tegen fel licht.
- Niet verenigbaar met Corotrope, is evenmin verenigbaar met dobutamine en dormicum. Van andere medicaties zijn geen gegevens beschikbaar. Samenlopen met andere medicatie dus zoveel mogelijk vermijden en best navraag doen.
9. CATAPRESSAN
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Anti-hypertensivum.
- 1 ampul = 1 ml = 150 µg
- Afhankelijk van het doktersvoorschrift is de concentratie 900 µg of 600 µg/ 48 ml :
- 6 ml Catapressan (900 µg) + 42 ml glucose 5%.
- 4 ml Catapressan (600 µg) + 44 ml glucose 5%.
- Bij concentratie 900 µg/ 48 ml 900 µg/ 24 uur = 2 ml / uur.
- Bij concentratie 600 µg/ 48 ml600 µg/ 24 uur = 2 ml / uur.
- Toedienen via spuitpomp.
10. CEDOCARD
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Vasodilatator die behoort tot de groep van de nitraten en vooral gebruikt wordt ter verwijding van de coronairen (bv. bij angina pectoris en persisterende pijn bij een hartinfarct) en bij arteriële hypertensie (oppassen voor een te snelle BD-daling).
- 1 ampul = 10 ml = 10 mg.
- Puur toe te dienen via een spuitpomp.
- 50 mg/ 50 ml.
50 mg/ 50 ml Hoeveelheid / 24 uur 1 mg/ uur 1 ml/ uur 24 mg/ 24 uur 2 mg/ uur 2 ml/ uur 48 mg/ 24 uur 3 mg/ uur 3 ml/ uur 72 mg/ 24 uur 4 mg/ uur 4 ml/ uur 96 mg/ 24 uur 5 mg/ uur 5 ml/ uur 120 mg/ 24 uur 6 mg/ uur 6 ml/ uur 144 mg/ 24 uur 7 mg/ uur 7 ml/ uur 168 mg/ 24 uur 8 mg/ uur 8 ml/ uur 192 mg/ 24 uur
- Toedienen via spuitpomp.
11. CORDARONE
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Anti-aritmicum met anti-ischemische eigenschappen. Wordt gebruikt bij atriale extrasystolen, tachycardie, flutter en fibrillatie en bij venticulaire extrasystolen en tachycardie.
- 1 ampul = 3 ml = 150 mg.
- Aantal mg Cordarone oplossen met glucose 5% tot 48 ml.
- Dosering is afhankelijk van het dr. voorschrift.
- Afhankelijk van het dr. voorschrift is de concentratie 1200, 900 , 600 mg/ 48 ml.
- Aantal mg per 48 ml glucose 5% / 24 uur = 2 ml/ uur.
- 1200 mg / 24 uur = 24 ml + 24 ml glucose 5% 2 ml / uur.
- 900 mg / 24 uur = 18 ml + 30 ml glucose 5%2 ml / uur.
- 600 mg / 24 uur = 12 ml + 36 ml glucose 5%2 ml / uur.
- Ofwel schema IZ
Oplossing : 24 ml (1200 mg) + 24 ml glucose 5%
1800 mg / 24 uur 3 ml / uur 1500 mg / 24 uur 2,5 ml / uur 1200 mg / 24 uur 2 ml / uur 900 mg / 24 uur 1,5 ml / uur 600 mg/ 24 uur 1 ml / uur
- Toedienen via spuitpomp (geen druppelpomp gebruiken o.w.v. viscositeit).
- Opletten bij toedienen met andere medicatie.
12. COROTROPE
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Vasodilatator met positief inotrope eigenschappen.
- Kortdurende behandeling van congestieve hartinsufficiëntie en voornamelijk bij :
- niet-obstructieve cardiopathieën;
- alle hartinsufficiënties met laag debiet.
- 1 ampul = 10 ml = 10 mg.
- 20 ml Corotrope (20 mg) + 30 ml glucose 5%.
- Maximale dosering : 1130 µg/ kg / 24 uur.
- Standaard dosering : 770 µg/ kg / 24 uur.
Onderhoudspersfusie dosering
|
Onderhoudspersfusie dosering
|
Onderhoudspersfusie dosering
|
|
Gewicht van de patiënt
|
0,375 µg/kg/ min snelheid .... ml / uur
|
0,500 µg/kg/ min snelheid .... ml / uur
|
0,750 µg/kg/min snelheid .... ml /uur
|
50
|
2.81
|
3.75
|
5.63
|
55
|
3.09
|
4.13
|
6.19
|
60
|
3.38
|
4.5
|
6.75
|
65
|
3.66
|
4.88
|
7.31
|
70
|
3.94
|
5.25
|
7.88
|
75
|
4.22
|
5.63
|
8.44
|
80
|
4.5
|
6
|
9
|
85
|
4.78
|
6.38
|
9.56
|
90
|
5.06
|
6.75
|
10.13
|
100
|
5.63
|
7.5
|
11.25
|
Bij verminderde nierfunctie
Creatinine klaring
( ml/ min/1.73 m³) |
Dosis: (µg / kg / min )
|
10
|
0.23
|
20
|
0.28
|
30
|
0.33
|
40
|
0.38
|
50
|
0.43
|
- Via perifeer of centraal infuus.
- Bewaring bij kamertemperatuur.
- Mag niet samenlopen met Burinex, Lasix, Diprivan.
- Verdunnen met NaCl 0.9% of glucose 5%.
- Toedienen via spuitpomp
13. CORVATON
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Vasodilatator (ook t.h.v. coronairen). Verhoogt de zuurstoftoevoer naar het myocard en wordt gebruikt bij angor en li-hartinsufficiëntie.
- 1 ampul = 10 ml = 20 mg.
- Puur toe te dienen.
1 mg/ uur 0.5 ml/ uur 2 mg/ uur 1 ml/ uur 3 mg/ uur 1.5 ml/ uur
- Toedienen via spuitpomp .
- Speciale amber spuit (donkere spuit) en verlengleiding gebruiken. Sterk lichtgevoelig !
14. DEPAKINE
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Anti-epilepticum dat gebruikt wordt bij veralgemeende of partiële epilepsie.
- 1 flacon = 400 mg (oplossen met bijgevoegde ampul van 4 ml).
- 1200 mg Depakine (= 3 flacons) aanlengen met glucose 5% tot 48 ml.
- Op advies van arts naargelang de ernst van de toestand van patiënt.
Toedienen via spuitpomp en aparte leiding.
15. DIPIDOLOR
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Morphinomimeticum, voornamelijk gebruikt bij acute pijnbestrijding.
- 1 ampul = 2 ml = 20 mg.
- 12 ml Dipidolor (6 ampullen = 120 mg) + 36 ml NaCL 0.9%.
- Start volgens advies van arts.
Toedienen via spuitpomp.
16. DIPIDOLOR + DORMICUM
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Dipidolor = morphinomimeticum, voornamelijk gebruikt bij acute pijnbestrijding.
- Dormicum = hypnoticum met krachtig kalmerende en slaapverwekkende werking. Wordt vooral gebruikt voor sedatie bij intensieve verzorging.
- 1 ampul Dipidolor = 2 ml = 20 mg.
- 1 ampul Dormicum = 10 ml = 50 mg (op GHB nog steeds 3 ml = 15 mg en 5 ml = 5 mg in voorraad).
- GIZ: 12 ml Dipidolor (120 mg) + 20 ml Dormicum (100 mg) + 16 ml NaCL 0.9%.
- GHB: 12 ml Dipidolor (120 mg) + 12 ml Dormicum (60 mg) + 16 ml NaCL 0.9%
- Start volgens advies van arts.
- Meestal 2 ml/ uur.
Toedienen via spuitpomp.
17. DIPRIVAN
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Kortwerkend algemeen anestheticum met een snelle aanvang van werking. Wordt gebruikt voor sedatie bij beademde patiënten en voor kortstondige anesthesie, bv. elektrische reconversie.
- 1 ampul = 20 ml = 200 mg (10 mg/ ml = 1%).
- 1 voorgevulde spuit = 50 ml = 1000 mg (20 mg/ ml = 2%).
- 1 Voorgevulde spuit: 50 ml = 1000 mg (20 mg/ ml = 2%).
- Opgelet in OK: spuit 50 ml = 500 mg (10 mg/ ml = 1%).
- Bij sedatie 1-4 mg/ kg/ uur.
- Bij anesthesie: 6-12 mg/ kg/ uur.
- Puur toedienen via spuitpomp.
- Niet samen laten lopen met andere medicatie (vgl. met TPN!!).
- Spuitpomp instellen op Astra Zeneca (glazen spuit).
18. DOBUTREX
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Sympathomimeticum (a, ß1, ß2) met een rechtstreeks inotroop effect. Wordt gebruikt wanneer een inotrope ondersteuning nodig is bij de behandeling van patiënten waarvan het hartdebiet onvoldoende is om aan de circulatoire noden te voldoen (bv. bij hartdecompensatie tgv. cardiomyopathie, myocardinfarct of bepaalde hartchirurgische ingrepen). Bij lage dosering ook diuretisch effect t.g.v. verbeterde niercirculatie en - infiltratie.
- 1 flacon = 20 ml = 250 mg.
- 20 ml Dobutamine (= 250 mg) + 30 ml glucose 5%.
- 50 ml = 250 mg (5mg/ml).
50 ml = 250 mg
1 ml = 5 mg = 5000 100 / min 1,2 ml /uur 150 / min 1,8 ml /uur 200 / min 2,4 ml /uur 250 / min 3 ml /uur 300 / min 3,6 ml /uur 350 / min 4,2 ml /uur 400 / min 4,8 ml /uur 450 / min 5,4 ml /uur 500 / min 6 ml /uur 550 / min 6,6 ml /uur 600 / min 7,2 ml /uur 650 / min 7,8 ml /uur 700 / min 8,4 ml /uur 750 / min 9 ml /uur 800 / min 9,6 ml /uur 850 / min 10,2 ml /uur 900 / min 10,8 ml /uur 950 / min 11,4 ml /uur 1000 / min 12 ml /uur
Toe dienen via spuitpomp.
19. DYNATRA
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Sympathomimeticum ) dat gebruikt wordt bij ernstige hypotensie of een bestaande shocktoestand.
- In een lage dosering werkt het ook diuretisch doordat de niercirculatie stijgt.
- 1 ampul = 5 ml = 200 mg.
- 5 ml Dopamine (= 200 mg) + 35 ml glucose 5%.
40 ml = 200 mg
1 ml = 5 mg = 5000 100 / min 1,2 ml /uur 150 / min 1,8 ml /uur 200 / min 2,4 ml /uur 250 / min 3 ml /uur 300 /min 3,6 ml /uur 350 /min 4,2 ml /uur 400/ min 4,8 ml /uur 450 / min 5,4 ml /uur 500 / min 6 ml /uur 550 / min 6,6 ml /uur 600 /min 7,2 ml /uur 650 /min 7,8 ml /uur 700/ min 8,4 < strong > ml /uur 750 / min 9 ml /uur 800 / min 9,6 ml /uur 850 / min 10,2ml /uur 900 / min 10,8 ml /uur 950 / min 11,4 ml /uur 1000 / min 12 ml /uur
Toedienen via spuitpomp.
20. EBRANTIL
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Anti-hypertensivum (vasodilaterend effect) dat gebruikt wordt bij hypertensieve crisissen en therapieresistente hypertensie.
- 1 ampul = 10 ml = 50 mg.
- Puur toe te dienen.
- 50 ml = 250 mg (1 ml = 5 mg).
- Bolus : 25 mg = 5 ml.
- Dagdosis : 15 à 30 mg / uur = 3 à 6 ml / uur.
- Zonder bolus : starten aan 60 à 120 mg / uur ( 12 à 24 ml) .
- Toedienen i.f.v. bloeddruk
Toedienen via spuitpomp.
21. EUPHYLLINE
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Brochodilatator die gebruikt wordt bij acute aanvallen van chronisch obstructieve ademhalingsaandoeningen (astma, emfyseem, …).
- 1 ampul = 10 ml = 200 mg.
- 30 ml Euphylline (600 mg) + 20 ml NaCL 0.9%.
- Voor te verdunnen kan ook glucose 5% gebruikt worden, doch glucose 5% geeft verkleuring.
- Op advies van arts naargelang de ernst van de toestand van patiënt.
Toedienen via spuitpomp.
22. HEPARINE
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Anti-coagulantium gebruikt bij longembolen, veneuze tromboze en preventie van thrombo-embolische aandoeningen.
- 1 flacon = 5 ml = 25.000 E.
- 5 ml Heparine (= 25 000 E) + 45 ml glucose 5%.
- 1 ml = 500 E.
- Starten aan 2 ml/uur = 1000 E.
- Toedienen via spuitpomp .
- Controle APTT 6u na start Heparine.
- APTT > 80 - 120 sec:
- Controleren om 8 en 18 uur.
- Bij verandering na 6 uur controle aPTT.
- < 80:
- 5000E in shot.
- dagdosis + 5000E / 24 uur .
- > 120:
- dagdosis - 4000E / 24 uur.
Gewicht
kg |
Startdosis bolus
E |
Infuussnelheid
ml / uur |
56
|
3920
|
1.12
|
57
|
3990
|
1.14
|
58
|
4060
|
1.16
|
59
|
4130
|
1.18
|
60
|
4200
|
1.2
|
61
|
4270
|
1.22
|
62
|
4340
|
1.24
|
63
|
4410
|
1.26
|
64
|
4480
|
1.28
|
65
|
4550
|
1.3
|
66
|
4620
|
1.32
|
67
|
4690
|
1.34
|
68
|
4760
|
1.36
|
69
|
4830
|
1.38
|
70
|
4900
|
1.4
|
71
|
4970
|
1.42
|
72
|
5000
|
1.44
|
73
|
5000
|
1.46
|
74
|
5000
|
1.48
|
75
|
5000
|
1.5
|
76
|
5000
|
1.52
|
77
|
5000
|
1.54
|
78
|
5000
|
1.56
|
79
|
5000
|
1.58
|
80
|
5000
|
1.6
|
APTT (sec)
|
Bolusdosis
|
Stop infuus
|
Snelheidsverandering
(E/ uur) |
Herhaal aPTT
|
< 45
|
30 E/ kg
|
0
|
+0. 3 ml/ uur (+ 150E/ uur)
|
6 uur
|
45-49
|
0
|
0
|
+ 0.2 ml/ uur (+100E/ uur)
|
6 uur
|
50-70
|
0
|
0
|
0
|
Volgende morgen
|
71-85
|
0
|
0
|
- 0.1 ml/ uur (-50 E/ uur)
|
Volgende morgen
|
86-110
|
0
|
30 min
|
- 0.2 ml/ uur (-100 E/ uur)
|
6 uur
|
> 110
|
0
|
60 min
|
- 0.3 ml/ uur (- 150 E/ uur)
|
6 uur
|
- 1 flacon = 5 ml = 25000 E Heparine.
- Drukzak 500 ml NaCL 0.9% Vascumed + 2500 E Heparine (= 0.5 ml).
23. KALIUMCHLORIDE
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- 100 ml = 7.45 g = 100 meq.
- 1 ml = 1 meq.
- 1 g = 100 meq/ 7.45 = 13.42 meq .
- 1 g KCl = 13.42 meq KCL.
- Puur toe te dienen.
- Op advies van arts.
- Toedienen via spuitpomp.
- Pure oplossing enkel via een centralekatheter, nooit perifeer toedienen.
24. LASIX
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Diureticum gebruikt bij oedemen van cardiale oosprong (t.g.v. hartinsufficiëntie).
- Lasix kan een ernstig kaliumtekort doen ontstaan, vooral bij oudere patiënten.
- Gebruikt voor een snelle ontwatering, bv. bij decompensatie cordis.
- 1 ampul = 25 ml = 250 mg (JUMBO).
- 1 ml = 10 mg.
- Puur toe te dienen.
- 1 mg/ min = 60 mg/ uur = 6 ml/ uur.
- Max. dosis = 1 mg/ kg/ uur.
- Toedienen via spuitpomp.
- Voor toediening donkere spuit en leiding gebruiken.Oplosssing niet gebruiken indien gele kleur.
- Lasix is niet compatibel met veel medicatie waaronder adrenaline, noradrenaline en andere zure oplossingen!24. LASIX
LASIX = furosemideDRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!Type medicament- Diureticum gebruikt bij oedemen van cardiale oosprong (t.g.v. hartinsufficiëntie).
- Lasix kan een ernstig kaliumtekort doen ontstaan, vooral bij oudere patiënten.
- Gebruikt voor een snelle ontwatering, bv. bij decompensatie cordis.
Vorm/ concentratie- 1 ampul = 25 ml = 250 mg (JUMBO).
- 1 ml = 10 mg.
Oplossing drip- Puur toe te dienen.
Toe te dienen dosis- 1 mg/ min = 60 mg/ uur = 6 ml/ uur.
- Max. dosis = 1 mg/ kg/ uur.
Aandachtspunt - Toedienen via spuitpomp.
- Voor toediening donkere spuit en leiding gebruiken.Oplosssing niet gebruiken indien gele kleur.
- Lasix is niet compatibel met veel medicatie waaronder adrenaline, noradrenaline en andere zure oplossingen!
25. LEVOPHED
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Vasoconstrictor die gebruikt wordt bij spoedgevallen ten einde de bloeddruk te normaliseren in geval van acute hypotensie.
- Geeft t.h.v. de coronairen eerder vasodilatie.
- 1 ampul = 4 ml = 8 mg (ampul vermeldt 8 mg norepinefrinetartraat doch bevat slechts 4 mg actief bestanddeel norepinefrine).
- Oplossing via spuitpomp
- 4 ml Levophed (= 1 ampulle) + 36 ml glucose 5 % = 4mg/40ml = 100 microgram/ml.
- Dosis toe te dienen
- Voor persoon 50kg: startdosis: 0.5 micorgram /kg / min = 15ml/h
- opvoeren tot max 2 microgram/kg/min = 60ml/h
- Voor persoon 100kg: startdosis: 0.5 micorgram /kg / min = 30ml/h
- opvoeren tot max 2 microgram/kg/min = 120ml/h
- Via perifeer infuus
- Oplossing via spuitpomp
- 2 ml Levophed (= ½ ampul) + 46 ml glucose 5 %.
- 4 ml Levophed (= 1 ampul) + 44 ml glucose 5 %.
- Oplossing via infuuspomp
- 4 ml Levophed (= 1 ampul) / 1000 ml glucose 5%.
- Oplossing via spuitpomp
- Lichtgevoelig.
- Niet gebruiken indien donkere verkleuring.
26. METALYSE
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Thrombolyticum dat gebruikt wordt voor de behandeling van myocardinfarcten binnen de 6 uur na het optreden van de symptomen.
- Metalyse helpt bij het oplossen van bloedproppen die zijn gevormd in de bloedvaten van het hart.
- 10.000 E (poeder voor IV oplossing) + 10 ml oplosmiddel.
- Metalyse wordt gegeven d.m.v. één intraveneuze injectie.
- Men zal zo snel mogelijk nadat de pijn op de borst begint een enkele dosis toedienen.
- Herhaling wordt niet aanbevolen.
- Men berekent de dosis Metalyse aan de hand van het lichaamsgewicht van de patiënt :
Lichaamsgewicht (kg) Metalyse (E) < 60 kg 6000 E 60-70 kg 7000 E 70-80 kg 8000 E 80-90 kg 9000 E > 90 kg 10.000 E
- Toedienen via spuitpomp.
- Als de Metalyse is opgelost, mag het ot 24 uur bij 30° C worden bewaard. Voor microbiologische redenen is het echter aangeraden de oplossing voor injectie direct te gebruiken.
- Bijwerkingen die vaak (> 10%) voorkomen : hypotensie, onregelmatige hartslag, pijn op de borst, bloeding op de plaats van de injectie.
27. NEOSYNEPHRINE
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Vasoconstrictor van de perifere arteriolen ( -receptoren).
- Dit geeft een verhoging van de arteriële BD wordt gebruikt bij hypotensie.
- Hypertensie.
- Hoofdpijn, palpitaties, braakneigingen.
- Steeds verdunnen.
- 1 ampul = 10 mg verdunnen tot 20 ml 500 µg/ml.
- Van de moederspuit 1 ml verdunnen op 10 ml 50 µg/ml (= dochterspuit).
- Fentolamine mesilaat 5-10 mg IV of IM, te herhalen indien nodig .
Toedienen via spuitpomp.
28. NEXIAM
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Inhibitor van maagzuursecretie. Wordt gebruikt bij maag- en duodenumulcus.
- 1 Ampul = 40 mg (poeder).
- Nexiam: 1 ampul = 40 mg poeder = equivalent aan 80 mg Losec.
- Oplossen met 5 ml NaCl 0.9%, niet met glucose 5%!
- 80 mg ( 2 ampullen) in 50 ml NaCL 0.9%.
- 1 ml = 1,6 mg.
- Oplossen in maximum 100 ml natriumchloride 0.9%. De gereconstitueerde oplossing voor intraveneuze infusie is helder en kleurloos tot zeer lichtgeel.
- Bolus toedienen over 10 tot 30 min.
- Over toedienen in drip over langere periode zijn er geen indicaties beschreven in de bijsluiter !
- 80 mg bolus gevolgd door continu infuus 8 mg/ uur.
- 8 mg/ uur = 5 ml/ uur.
- Toedienen via spuitpomp.
- Oplossing bewaren buiten invloed van licht (bv. in gesloten medicatie-kast).
- Na 12 uur nieuwe oplossing bereiden.
- Max 40 mg/dag wordt terugbetaald!
29. NIMOTOP
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Nimotop oefent op centraal gebied een anti-vasoconstrictorisch en anti-ischemisch effect uit.
- Nimotop verhoogt de cerebrale doorbloeding, vooral in de beschadigde en minder geïrrigeerde gedeelten van de hersenen.
- Wordt vooral gebruikt bij cerebrale vasculaire spasmen na een subarachnoïdale bloeding.
- 1 flesje = 50 ml = 10 mg.
- Puur toe te dienen.
- Bij het begin van de behandeling gedurende 2 uur 1 mg (= 5 ml) Nimotop per uur.
- Wanneer de tolerantie goed is, in het bijzonder wanneer er geen sterke bloedrukdaling optreedt, kan men de dosis na het 2de uur verhogen tot 2 mg (= 10 ml) per uur.
- Bij patiënten met een lichaamsgewicht duidelijk lager dan 70 kg en/of een labiel bloeddrukverloop, kan men beginnen met een dosering van 0. 5 mg (= 2.5 ml) per uur.
- Toedienen via spuitpomp.
- Voor toediening donkere spuit gebruiken.
30. PENTHOTAL
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Barbituraat dat gebruikt wordt als anestheticum bij heelkundige ingrepen van korte duur (15 min.).
- Op IZ voor neurotrauma's in een diepe slaap te houden.
- 1 flacon = 1 g (poeder voor intraveneuze toediening).
- 2 flacons (= 2 g) aanlengen tot 50 ml met NaCL 0.9 %.
- Inspuiting van 50 à 75 mg Penthotal met intervallen van 20 à 40 sec. afhankelijk van de reactie van de patiënt.
- Eens de anesthesie bereikt is, mag men aanvullende injecties van 25 à 50 mg uitvoeren indien de patiënt beweegt.
Toedienen via spuitpomp
31. PRONESTYL
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Anti-aritmicum dat gebruikt wordt ter behandeling van (levensbedreigende) ventriculaire tachycardieën.
- 1 flacon = 10 ml = 1 gr.
- 1 ml = 100 mg.
- Puur toedienen.
- Op advies van arts naargelang de ernst van de toestand van patiënt.
- Toedienen via spuitpomp.
- Flacon in koelkast bewaren.
32. REOPRO
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Anti-thromboticum : inhibitor van bloedplaatjes-aggregatie.
- Wordt als aanvullende behandeling naast heparine en acetylsalicylzuur gebruikt voor de preventie van ischemische cardiale complicaties bij patiënten tijdens een percutane coronaire interventie en bij instabiele angina.
- 1 flacon = 5 ml = 10 mg.
- Bolus : 0.25 mg/ kg (10 min voor de procedure)
- Infuus : 0.125 mg/ kg/ min (max. 10 mg/ min) gedurende 12 uur
bolus
|
bolus
|
Infuus
|
infuus
|
|
Kg
|
Mg
|
ML
|
Mg
|
ML
|
55
|
13.8
|
6.9
|
5
|
2.5
|
56
|
14
|
7
|
.5
|
2.5
|
57
|
14.3
|
7.1
|
5.1
|
2.6
|
58
|
14.5
|
7.3
|
5.2
|
2.6
|
59
|
14.8
|
7.4
|
5.3
|
2.7
|
60
|
15
|
7.5
|
5.4
|
2.7
|
61
|
15.3
|
7.6
|
5.5
|
2.7
|
62
|
15.5
|
7.8
|
5.6
|
2.8
|
63
|
15.8
|
7.9
|
5.7
|
2.8
|
64
|
16
|
8
|
5.8
|
2.9
|
65
|
16.3
|
8.1
|
5.9
|
2.9
|
66
|
16.5
|
8.3
|
5.9
|
3
|
67
|
16.8
|
8.4
|
6
|
3
|
68
|
17
|
8.5
|
6.1
|
3.1
|
69
|
17.3
|
8.6
|
6.2
|
3.1
|
70
|
17.5
|
8.8
|
6.3
|
3.2
|
71
|
17.8
|
8.9
|
6.4
|
3.2
|
72
|
18
|
9
|
6.5
|
3.2
|
73
|
18.3
|
9.1
|
6.6
|
3.3
|
74
|
18.5
|
9.3
|
6.7
|
3.3
|
75
|
18.8
|
9.4
|
6.8
|
3.4
|
76
|
19
|
9.5
|
6.8
|
3.4
|
77
|
19.3
|
9.6
|
6.9
|
3.5
|
78
|
19.5
|
9.8
|
7
|
3.5
|
79
|
19.8
|
9.9
|
7.1
|
3.6
|
80
|
20
|
10
|
7.2
|
3.6
|
81
|
20.3
|
10.1
|
7.2
|
3.6
|
82
|
20.5
|
10.3
|
verder idem
|
verder idem
|
83
|
20.8
|
10.4
|
||
84
|
21
|
10.5
|
||
85
|
21.3
|
10.6
|
||
86
|
21.5
|
10.8
|
||
87
|
21.8
|
10.9
|
||
88
|
22
|
11
|
||
89
|
22.3
|
11.1
|
||
90
|
22.5
|
11.3
|
||
91
|
22.8
|
11.4
|
||
92
|
23
|
11.5
|
||
93
|
23.3
|
11.6
|
||
94
|
23.5
|
11.8
|
||
95
|
23.8
|
11.9
|
||
96
|
24
|
12
|
||
97
|
24.3
|
12.1
|
||
98
|
24.5
|
12.3
|
||
99
|
24.8
|
12.4
|
||
100
|
25
|
12.5
|
||
101
|
25.3
|
12.6
|
||
102
|
25.5
|
12.8
|
||
103
|
25.8
|
12.9
|
||
104
|
26
|
13
|
||
105
|
26.3
|
13.1
|
||
106
|
26.5
|
13.3
|
||
107
|
26.8
|
13.4
|
||
108
|
27
|
13.5
|
||
109
|
27.3
|
13.6
|
||
110
|
27.5
|
13.8
|
||
111
|
27.8
|
13.9
|
||
112
|
28
|
14
|
||
113
|
28.3
|
14.1
|
||
114
|
28.5
|
14.3
|
Infuussnelheid: 4,17 ml/u gedurende 12uur (oplossen tot 48ml)
- Toedienen via spuitpomp.
- Bij klaarmaken gebruik maken van de bijgevoegde filter (reopro bevat partikeltjes).
33. RYDENE
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Calcium-antagonist (vasodilatatator) die vooral gebruikt wordt voor de behandeling van hypertensie en angina pectoris.
- 1 ampul = 5 ml = 5 mg ( 1ml = 1 mg ).
- Via centrale katheter.
- Puur toe te dienen.
- Via perifeer infuus.
- Verdunnen met glucose 5 %.
- 25 ml Rydene (= 25 mg of 5 ampullen) + 25 ml glucose 5%.
- 1 mg/ uur = 2 ml/ uur.
- 2mg/ uur = 4 ml/ uur.
- Opdrijven tot max. 15 mg/ uur.
- Per 30 min verhogen met 0.5 mg, bij maligne hypertensie: per 10 min.
- Onderhoudsdosis: 3 mg / uur (= 6 ml/ uur).
- Toedienen via spuitpomp.
- Niet oplossen met Natriumbicarbonaat of Ringerlactaat.
34. RYTMONORM
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Anti-aritmicum dat gebruikt wordt ter behandeling van W.P.W.-syndroom, atriale flutter en fibrillatie.
- Wordt in principe niet meer gebruikt voor vernticulaire ritmestoornissen.
- 1 ampul = 20 ml = 70 mg.
- Puur toe te dienen (2.5 ampullen van 20 ml).
- De éénmalige dosis is 1 mg/kg (= 1 ampul voor lichaamsgewicht van 70 kg).
- Dikwijls wordt het bekomen therapeutisch effect reeds bereikt met een dosis van 0.5 mg/kg.
- De behandeling moet ingezet worden met kleine doseringen, terwijl de patiënt onder continue observatie gehouden wordt met controle van ECG en BD.
- Voor een korte perfusie van 1 à 3 uur zal Rytmonorm toegediend worden in een dosis van 0.5 tot 1 mg/min. en voor een langdurige perfusie zal een dagelijkse dosis van 560 mg gewoonlijk voldoende zijn.
- Toedienen via spuitpomp.
- Traag IV toedienen.
35. SELOKEN
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Cardio-selectieve bèta-blokker gebruikt voor de behandeling van arteriële hypertensie , angina pectoris en hartritmestoornissen (supraventriculaire tachycardie, atriale fibrillatie, ventriculaire extrasystolen).
- 1 ampul = 5 ml = 5 mg.
- 5 ml Seloken (5 mg) + 45 ml glucose 5 %
ofwel - puur toedienen.
- Starten met 5 mg IV .
- Deze dosis mag herhaald worden op intervallen van 5 min. tot een bevredigend resultaat wordt bereikt.
- Doorgaans volstaat 10-15 mg. Deze toediening gebeurt onder permanente controle van ECG en BD.
Toedienen via spuitpomp.
36. SOMATOSTATINE
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Somatostatine is een oligopeptide opgebouwd uit 14 aminozuren.
- Somatostatine werkt vooral lokaal als transportsubstantie en moduleert de endocriene en exocriene secreties evenals de motiliteit van het spijsverteringsstelsel :
- inhibeert de functie, de motiliteit en de resorptie van het spijsverteringsstelsel;
- vermindert de splanchnische circulatie zonder verandering van de systematische arteriële BD en van de hartfrequentie;
- inhibeert de maagsecreties, welke een antihemostatisch effect hebben.
- Behandeling van darm- en pancreasfistels.
- Symptomatische behandeling van hypersecreties veroorzaakt door endocriene tumoren van het spijsverteringsstelsel.
- Behandeling van acute slokdarmbloeding wanneer endoscopische sclerotherapie niet toepasbaar is, wegens de intensiteit van de bloeding.
- Glucoseproblemen bij toediening Somatostatine glycemie opvolgen.
- Warmteopwellingen, nausea, abdominale last, diarree.
- Flesje met 250 µg of 3 mg poeder + 1 ampul oplosmiddel (1 ml).
- Bij voorkeur oplossen in NaCL 0.9% (eerst oplossen met ampul).
- 1 ml Somatostatine (3 mg) + 23 ml NaCL 0.9% = 24 ml in totaal.
- Bolus IV : 3.5 µg/ kg traag ( > 1 min ) IV.
- Continu IV : 3 mg/ 12 uur 2 ml / uur (oplossing 3 mg/ 24 ml).
- Halveringstijd van 1 à 2 min.
Toedienen via spuitpomp.
37. SUFENTA FORTE
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Sufenta is een opiaat of centraal analgeticum met een zeer krachtige analgetische werking.
- Wordt vooral gebruikt als een anesthesie-analgeticum, dat aangewezen is bij alle technieken waarbij de analgesie ofwel gedeeltelijk ofwel geheel d.m.v. een centraal analgeticum dient te worden bekomen.
- 1 ampul = 5 ml = 250 µg.
- Puur toedienen (dus 10 ampullen van 5 ml).
Toedienen via spuitpomp.
38. TILDIEM
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Calcium-antagonist (vasodilatatator) die gebruikt wordt ter vertraging van het ventriculaire antwoord van een voorkamerfibrillatie, en voor de behandeling van hypertensie en angina pectoris (onderhoudsbehandeling).
- 1 flacon = 25 mg (GHB).
- 100 mg (= 4 ampullen) oplossen tot 50 ml glucose 5%< /STRONG> .
- 1 ml = 2 mg.
- Indien nodig start arts met een oplaaddosis van 25 mg over 5 minuten, nadien indien ritmestoornissen nog niet verdwenen zijn continueren met 250 mg/ 24 uur.
- Toedienen via spuitpomp .
- Opgepast met bloeddrukval!
39. ULTIVA
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Analgeticum dat tijdens inductie en/of onderhoud van de algemene anesthesie wordt gebruikt.
- 1 ampul = 2 mg of 5 mg.
- 5 mg oplossen in 50 ml glucose 5%.
- Ultiva dient alleen te worden toegediend in een omgeving die volledig is uitgerust met apparatuur voor het monitoren en ondersteunen van de ademhalings- en cardiovasculaire functies.
- Start volgens advies van een arts : meestal aan 4 ml / uur.
Toedienen via spuitpomp.
40. VENTOLIN
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Brochodilatator die gebruikt wordt voor de symptomatische verlichting van ernstige bronchospasmen gepaard gaande met astma en chronische bronchitis en bij de behandeling van status astmaticus.
- Bijwerkingen:
- BD +hartritme.
- K-gehalte englycemie.
- Tremor en agitatie.
- Bijwerkingen:
- 1 ampul = 1 ml = 500 µg.
- 2 ml Ventolin (= 1000 µg) + 48 mlglucose 5% 20 µg/ ml.
- 4 ml Ventolin (= 2000 µg) + 46 mlglucose 5% 40 µg/ ml.
- 5 µg/ min.
- Dosis met tussenpozen van 10 min i.f.v. toestand patiënt verhogen van 5 tot 20 µg/ min.
- Tegen licht beschermen.
- Elke spuit na 24 uur vervangen.
- Toedienen via spuitpomp.
41. XYLOCARD
DRIPS NIET LANGER DAN 24u LATEN AANHANGEN!
|
- Anti-aritmicum vooral gebruikt bij ventriculaire tachy-aritmieën (bv. VF).
- 1 ampul = 5 ml = 100 mg (1 ml = 20 mg).
- 1 spuit = 5 ml = 1000 mg.
- Xylocard 1000 mg
- 5 ml Xylocard (=1000 mg) + 45 ml glucose 5% 1 ml = 20 mg.
- Enkel opgelost te gebruiken (deze ampullen nooit puur toedienen).
- Deze ampullen steeds via een spuitpomp toedienen.
- Xylocard 100 mg 1 ml = 20 mg
- Deze ampullen kunnen traag IV ingespoten worden.
- 1 mg/ min = 3 ml / uur
- 2 mg/ min = 6 ml / uur
- 3 mg/ min = 9 ml/ uur
ofwel
- 1 g/ 24 uur = 2 ml/ uur
- 2 g/ 24 uur = 4 ml/ uur
- 3 g/ 24 uur = 6 ml/ uur
Max. toediening = 1 mg / kg / uur.
Toedienen via spuitpomp.
Voeg een nieuwe reactie toe
Login om te reageren