Reanimatie neonati
REANIMATIE NEONATI
1. Oorzaken
Incidentie neonatale nood:
-> 6% van alle pasgeborenen
-> 60% indien prematuur en < 1500 g
1. RISICOFACTOREN
- hoog risico zwangschap:
* prematuriteit
* eerdere problemen bij bevallingen:
-> reeds perinataal overlijden gehad
-> afwijkingen eerdere kinderen:
- retardatie
- misvormingen
* zwangerschapshypertensie
* diabetes
* langdurig gescheurde vliezen
* infectie: chorioamnionitis
* abruptio placentae
* placenta previa
* bevalling met aangezicht eerst
* trauma
* misbruik chemikaliën
- meconiumaspiratie:
* wijst op intrauteriene nood
* 10-20% van bevallingen:
-> fetale risicofactoren:
- meerlingenzwangerschap
- meconiumhoudend vruchtwater
- prematuriteit
- congenitale afwijkingen
* meconiumaspiratie syndroom:
-> ontstaat in 2 - 5 % van de aspiraties
-> mortaliteit 40%
2. OORZAKELIJKE AANDOENINGEN
- direct postpartum:
* aspiratie:
-> meconium
-> vruchtwater
* hypoxie
* hypovolemie
* metabool:
-> acidose
-> hypoglycemie
* hypothermie
* infectie
* congenitale afwijkingen
- latere oorzaken:
* infectie
* dehydratatie
* anemie
* trauma
* metabole aandoening:
-> elektrolytenstoornissen
-> aangeboren metabole aandoening
* congenitale hartafwijking
2. Diagnostiek
1. LICHAMELIJK ONDERZOEK
- maak luchtweg vrij en evalueer ademhaling:
-> hypoventilatie tot apnoe:
* ademgeluiden & ademhaling
* retracties
* frequentie: nl 60/min
-> stridor
- tonusdaling
- instabiele temperaturen
- cardiaal nazicht:
-> harttonen, geruis?
-> perifere pulsaties
-> grootte lever
-> bloeddruk in onderste ledematen
-> huidperfusie, capillaire refill
- shock:
-> bewustzijnsdaling
-> ademnood:
* kreunen
* tachypnoe
* bradypnoe
-> hemodynamisch falen:
* tachycardie: > 180/ min
* bradycardie: < 100 a 120/min
* hypotensie: BDS < 60
* zwakke pulsaties
* capillaire refill vertraagd > 2 seconden
* huid: bleek of cyanotisch
koud
gevlekt of grauw
-> lage Apgar score
2. LABO
- perifere glucose aan bed
- bij reanimatie:
* CBC en elektrolieten
* culturen bloed en urine
3. OP INDICATIE
- RX thorax: bij duidelijke ademnood
congenitale hartafwijking
- echocardio
- CT/ MRI
- lumbaalpunctie
3. Eerste opvang
1. WARM HOUDEN
- afdrogen en warme omgeving
2. POSITIONERING
- op rug met hoofd licht achterover: rolletje 2,5 cm onder schouders
3. AFZUIGEN VOCHT ADEMWEG
- met peertje of spuitje: eerst in de mond, dan in de neus
- diepe aspiratie is niet nodig: risico vagale reactie (bradycardie, apnoe)
- stimuleren van het kind bij zwakke ademhaling -> wrijven over rug
-> slaan op voetzool
4. 100% ZUURSTOF
- zuurstofintoxicatie is geen hoofdprobleem
5. BEADEMING
- indicaties:
* onvoldoende adembewegingen tot apnoe
* centrale cyanose ondanks O2
* hartslag: < 100/ min
- werkwijze:
* snelle beademing: 40-60x/min
* soms hoge drukken nodig: tot 70 cm H2O:
-> soms nodig overdrukklep te blokkeren, best dan
drukmeter gebruiken
* herevalueer na 30 seconden:
- pols > 100/ min: stop beademing
- pols > 60 maar < 100/ min: controleer efficiëntie beademing en
continueer
- pols < 60/ min: start hartmassage: 120/ min
zoek andere oorzaak
- intubatie:
* indicaties:
- maskerbeademing onvoldoende
- langdurende beademing nodig
- gekende hernia diafragmatica
- bij meconiumaspiratie:
-> goede suctie: eerst mond, keel, dan neus
-> als dik meconium: intubeer onmiddellijk:
* alvorens stimulatie
* aspireer via
tube alvorens stimulatie
* welke laryngoscoop: rechte bladen: Miller 0 of 1
* welke tube?
- prematuur:
-> < 28 weken of < 1 kg => 2,5 mm
-> 28 - 34 weken of 1-2 kg => 3 mm
-> 34-38 weken of 2-3 kg => 3,5 mm
- > 38 weken en/ of > 3 kg: 3,5 - 4 mm
- tensie pneumothorax?
* bij snelle achteruitgang!
* behandeling:
-> naaldje in intercostaal 2 midclaviculair
-> best vlindernaaldje: vind met 3-wegkraantje en met spuitje
6. IV LIJN
- best is catheter in v. umbilicalis:
alternatieven: tube
maagsonde
botnaald
4. therapie op spoed
1. OPWARMEN KIND
- best onder lamp en/ of dekens
2. RITMESTOORNISSEN
- Cordarone:
-> 5 mg/kg: hartstilstand: snel IV
breed complex tachycardie (traag over 20')
- Lidocaïne IV of via tube:
-> bolus: 1mg/ kg IV (bij kind idem als volwassene)
* XYLOCAÏNE 2% (1ml = 20mg) => aanlengen 1ml tot 20ml
=> dan 1ml = 1 mg
=> 1ml per kg
* dosis x 3 in tube
-> onderhoudsdosis IV (bij kind idem als volwassene)
* 20 µg/kg/min
-> niet samen met Cordarone
- Adenosine (ADENOCOR)
-> kind: - eerste dosis: 0,1 mg/kg snel IV
- herhaaldoses: na 2 min => 0,2 mg/kg snel IV
- Atropine: 0,02 mg/kg IV => min 0,1 mg
3. INOTROPICA
- Epinefrine:
* wanneer?
=> als ondanks goede beademing => hartmassage nodig > 30 sec
=> pols < 80 /min
* hoeveel?
=> hartstilstand => 0,01 mg/kg/dosis IV
( hoe onthouden: 1 mg/ 100 kg)
- Dopamine:
* indicaties:
- langdurige reanimatie
- shock
* posologie:
- spuitpomp:
* begin met 5 µg/kg/min
* tot 20 µg/kg/min
4. CARDIOPROTECTIE
- Calciumchloride: over 10min: 20 mg/kg/dosis bij kind
- Magnesium (MgSO4): 25-50 mg/kg over 10 min
5. BIJ HYPOGLYCEMIE
- Glucose:
* indicatie:
- prematuur => glucose < 25 mg/dl
- A terme kind => glucose < 35 mg/dl
* posologie:
- traag IV over 2 min => 0,5 - 1g/kg/dosis:
bij 10% oplossing: 2 - 4 ml/kg
- Glucagon:
* indicatie:
- geen IV toegangsweg mogelijk
* posologie:
- kind => SC, IM, IV => 0,1 mg/kg
- max 1 mg (= dosis volwassene)
6. NATRIUM BICARBONAAT
- indicatie:
- langdurige reanimatie of bewezen metabole acidose
- posologie:
- traag IV over 2 min: 4,2% oplossing (1-2 mEq/kg)
7. HYPOVOLEMIE
- fysiologische oplossing:
* posologie: bolus: 10 ml/kg
- overweeg:
* plasma expanders
* bloedtransfusie:
-> kruisproef op bloed moeder
-> best O negatief
8. PIJNSTILLING
- Fentanyl: minimum: 1-2 µg/kg/dosis
maximum: 4 mg/kg/dosis
- Morfine: 0,1-0,2 mg/kg/dosis
9. NALOXONE (NARCAN)
- Wanneer?
=> ademdepressie kind door intoxicatie heroïne moeder
- Hoeveel?
=> 0,1 mg/kg: IV/ endotracheaal
- Nadeel:
=> baby kan delirium doen, eventueel met stuipen
10. PLANNEN OPNAME
- prematurenafdeling: surfactant therapie
- neonatale ICU: eventueel transfert aanvragen ontvangende ziekenhuis
Voeg een nieuwe reactie toe
Login om te reageren