Overslaan en naar de inhoud gaan

Afkortingen discipline 2

MIP 2017: Verklarende lijst van termen en afkortingen gebruikt binnen discipline 2

Begrip

Omschrijving

Adjunct coördinator regulator (ADJ COORD REG)

Persoon die de verantwoordelijke regulatie ondersteunt.

Adjunct directeur medische hulpverlening
(ADJ DIR-MED)

Adjunct van de DIR-MED die helpt bij de uitvoering van het takenpakket DIR-MED.

Adjunct federaal gezondheidsinspecteur (ADJ GI)

Adjunct van de federaal gezondheidsinspecteur die helpt bij de uitvoering van het takenpakket van de federaal gezondheidsinspecteur.

Adjunct triage (ADJ TRI)

MUG-verpleegkundige die de arts bijstaat die verantwoordelijk is voor de triage (MED TRI)

Ambulancedienst

Ambulancedienst door de openbare overheid georganiseerd, zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de wet van 8 juli 1964. Ambulancedienst door private personen georganiseerd die, bij toepassing van artikel 5, derde lid, van dezelfde wet, overeengekomen zijn met de Staat om mee te werken aan de Dringende Medische Hulpverlening (overeenkomstig KB 2 april 1965 betreffende modaliteiten DGH, art 1, 6°).

Arts triage (MED TRI)

MUG-arts die de triage uitvoert

Belgian association for burns injuries plan (BABI Plan)

Nationaal plan dat het aantal bedden voor ernstig verbranden regelt met coördinatie van de verschillende brandwondencentra.

Commandopost operaties (CP-Ops)

Het overleg tussen de operationele verantwoordelijken van de verschillende disciplines onder de leiding van de directeur commandopost operaties (DIR CP-OPS)

Commissie voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening (CoDGH)

De Commissie voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening is een adviesorgaan voor de provinciale en gemeentelijke autoriteiten. De Commissies groeperen alle actoren actief in de Dringende Geneeskundige Hulpverlening op het niveau van de provincies en het administratief arrondissement Hoofdstad-Brussel en onder voorzitterschap van de federaal gezondheidsinspecteur (overeenkomstig het KB van 10 augustus 1998).

Conditioneren

Slachtoffer klaar maken voor transport met het oog op een gereguleerde evacuatie.

Coördinator ambulancepark (COORD AMB)

Verantwoordelijke voor het ambulancepark die ervoor zorgt dat de ambulances ordelijk opgesteld worden zodat ze vlot ter beschikking zijn op de plaats van interventie. Wordt aangeduid op basis van ervaring of kennis van het MIP.

Coördinator logistiek (COORD LOG)

Verantwoordelijke voor de logistieke ondersteuning van de medische acties op het rampterrein.

Coördinator VMP (COORD VMP-PMA)

Verantwoordelijke voor de vooruitgeschoven medische post (VMP) voor alle niet-medische aspecten. Persoon die ervoor zorgt dat de VMP naar behoren wordt opgericht en dat de aanvoer voor logistiek van de VMP verzekerd is.

Coördinator regulatie (COORD REG)

Verantwoordelijke die bij een collectieve noodsituatie de regulatie op het terrein uitvoert, conform de regels van het medisch interventieplan.

Directeur medische hulpverlening (DIR-MED)

Arts die de operationele leiding heeft over alle medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening op het terrein, aangewend voor de medische hulpverleningsketen, ongeacht de diensten waarvan de hulpverlening afkomstig is. De DIR-MED werkt onder het administratief gezag van de federaal gezondheidsinspecteur die zetelt in het coördinatiecomité (overeenkomstig het KB Dir-Med van 2 februari 2007).

In deze tekst wordt met DIR-MED (hoofdletters) de functie aangeduid, terwijl Dir-Med (kleine letters) wijst op een benoemde arts bij ministerieel besluit.

 

Dringende Geneeskundige Hulpverlening (DGH)

Het onmiddellijk verstrekken van aangepaste hulp aan alle personen van wie de gezondheidstoestand ten gevolge van een ongeval, een plotse aandoening of een plotse verwikkeling van een ziekte een dringende tussenkomst vereist na een oproep via het eenvormig oproepstelsel. Hulpverlening, vervoer en opvang in een aangepaste ziekenhuisdienst worden verzekerd (overeenkomstig wet betreffende de Dringende Geneeskundige Hulpverlening van 8 juli 1964).

 

Dringende sociale interventie (DSI)

Dienst van het Rode Kruis die discipline 2 als bovenlokale psychosociale actor bijstaat voor wat betreft de psychosociale opvang van getroffenen in collectieve noodsituaties. De dienst is een operationele eenheid binnen de uitvoering van het PSIP.

 

Federaal gezondheidsinspecteur (GI)

Arts, ambtenaar van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, lid van het gemeentelijk of provinciaal coördinatiecomité als vertegenwoordiger van discipline 2 met administratieve bevoegdheid in naam van de minister en verbindingsofficier voor de departementale crisiscel van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (FOD VVVL):

Federale organisatie die bevoegd is voor de volksgezondheid, de veiligheid van de voedselketen en het leefmilieu.

 

Gemeentelijke coördinatiecomité (GCC):

Het overlegorgaan tussen de beleidsverantwoordelijken van de verschillende disciplines onder leiding van de burgemeester.

 

Getroffene:

Elke persoon die rechtstreeks geconfronteerd wordt met een noodsituatie, aanwezig op het ogenblik van de feiten (overledene, gewonde, niet- gewonde, getuige ter plaatse).

 

Grote noria

Gereguleerde evacuatie van de slachtoffers vanuit de vooruitgeschoven medische post (VMP) naar de juiste structuren voor opvang en/of behandeling. In uitzonderlijke gevallen kan deze evacuatie gebeuren van op het terrein rechtstreeks naar de behandelstructuur.

 

Hulpcentrum 112/100 (HC 112/100)

De organisatie van de Dringende Geneeskundige Hulpverlening die bestaat uit een eenvormig oproepnummer en personeel dat de dringende oproepen beantwoordt volgens de regels, opgelegd door de FOD Volksgezondheid.

Hulpverlener-Ambulancier (HV-A)

Door de Minister van Volksgezondheid erkende functie opgenomen in de werking van de Dringende Geneeskundige Hulpverlening. De HV-A heeft een opleiding gevolgd aan een provinciale school DGH en is geslaagd in het theoretische en praktisch examen.

In deze tekst wordt er, ten behoeve van de leesbaarheid, geen onderscheid gemaakt tussen hulpverlener-ambulancier en verpleegkundig-ambulancier.

Kleine noria

Evacuatie van de slachtoffers vanaf het overnamepunt naar de ingang (triageplaats) van de vooruitgeschoven medische post (VMP).

Medical Emergency field Triage Tag
(METTAG
TM)

Internationaal concept voor een label met universele code die de evolutie van de ernst van de verwondingen aangeeft en de registratie van het slachtoffer vergemakkelijkt.

Medisch interventieplan (MIP)

Onderdeel van het monodisciplinair interventieplan voor discipline 2 (D2). Bevat elke maatregel genomen in uitvoering van de wet van 8 juli 1964 betreffende de Dringende Geneeskundige Hulpverlening om aangepaste hulp en zorg te organiseren en te verlenen aan de slachtoffers tijdens collectieve geneeskundige noodsituaties.

Medische hulpverleningsketen

De middelen en het personeel die gevorderd kunnen worden op grond van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening (overeenkomstig KB Dir-Med van 2 februari 2007).

Medische logistieke middelen

Middelen voor het installeren en uitrusten van de vooruitgeschoven medische post. Deze middelen worden samen met het personeel aangevoerd door hiervoor voorziene voertuigen.

MIP alarm

Starten van de medische hulpverleningsketen wanneer aan de criteria voor opstarten van het medisch interventieplan voldaan is.

MIP vooralarm

Gedeeltelijke alarmering van het medisch interventieplan waarbij enkel de coördinerende structuur van het medisch interventieplan gealarmeerd wordt met als doel het medisch effect van de noodsituatie naar behoren te kunnen evalueren.

Mobiele urgentiegroep (MUG)

Door de Minister van Volksgezondheid erkende functie ‘mobiele urgentiegroep’, opgenomen in de werking van de Dringende Geneeskundige Hulpverlening. De MUG begeeft zich op vraag van een aangestelde van het eenvormig oproepstelsel naar een opgegeven locatie (overeenkomstig het KB van 10 augustus 1998).

Niet-gewonde

Iedere persoon aanwezig bij een collectieve noodsituatie die geen fysische letsels lijkt te hebben.

Onthaalcentrum (OC)

Een centrum waarin de eerste psychosociale opvang wordt geboden aan getroffenen. Indien nodig worden maatregelen getroffen voor langdurig verblijf. De plaats en de organisatie van het OC worden bepaald in het gemeentelijk noodplan (overeenkomstig het PSIP).

Paramedisch interventieteam (PIT)

Erkende ambulance 112, bemand met een verpleegkundige met de bijzondere beroepstitel spoedgevallen/intensieve zorgen en extra materiaal

Preliminaire triage (pre-tri)

Een initiële, snelle, klinische beoordeling die normaal uitgevoerd wordt op de grens tussen de rode en de oranje zone, in specifieke gevallen eventueel reeds in de rode zone. De slachtoffers worden ingedeeld in groepen naar dringendheid van evacuatie naar de volgende schakel in de medische hulpverleningsketen.

 

Preventieve medische voorzieningen

Geheel van medisch-sanitaire maatregelen genomen vóór geplande evenementen die mogelijk risico’s inhouden voor de deelnemers en / of het publiek, in overleg met de organisatoren en de bevoegde overheid (overeenkomstig KB Dir-Med van 2 februari 2007).

Provinciaal coördinatiecomité (PCC)

Het overlegorgaan tussen de beleidsverantwoordelijken van de verschillende disciplines onder leiding van de gouverneur.

Psychosociaal Hulpverleningsnetwerk (PSH)

Het psychosociaal hulpverleningsnetwerk (PSH) is een groep van medewerkers die instaat voor een eerste psychosociale opvang van getroffenen bij een noodsituatie in een stad of gemeente. Deze groep bestaat uit lokale medewerkers, waardoor het mogelijk wordt om op korte termijn een eerste opvang te organiseren

Psychosociaal interventieplan (PSIP)

Onderdeel van het monodisciplinair interventieplan van discipline 2 dat de psychosociale hulpverlening bij collectieve noodsituaties activeert en coördineert voor alle getroffenen zowel in de acute fase als bij de overdracht naar de nafase.

Psychosociaal manager (PSM)

De psychosociaal manager (PSM) ziet toe op de werking en coördinatie van het PSIP en valt voor deze opdracht onder de administratieve bevoegdheid van de gezondheidsinspecteur.

Punt eerste bestemming (PEB)

Dit is een locatie gelegen buiten de gevarenzone waar alle (vervoers)middelen verzameld en geïnventariseerd worden. Op basis van de behoeften op het terrein wordt het meest adequate middel doorgestuurd naar de locatie waar het middel ingezet kan worden.

Slachtoffer

Iedere persoon aanwezig bij een collectieve noodsituatie die een fysisch letsel lijkt te hebben.

Snel Interventie Team Logistiek (SIT LOG)

Onderdeel van SIM: voertuig met het logistiek materiaal voor het organiseren en functioneren van een VMP en de hulpverleningsketen van D2 (brancards, schragen, tent, elektrogeengroep, verlichting, ...)

Snel Interventie Team Medisch (SIT MED)

Onderdeel van SIM: voertuig met het materiaal van medische oorsprong om een VMP uit te rusten en te laten functioneren in de hulpverlenings- keten van D2 (zuurstof, verbandmateriaal, dekens, extra medicatie, ...)

Snel Inzetbare Middelen (SIM)

Geheel van middelen (personeel en voertuigen) van D2 die in geval van ramp door een partner ter plaatse worden gebracht.

Stabiliseren

Geheel van medische handelingen om de toestand van de patiënt te optimaliseren zodat zijn kansen op een adequate behandeling verhogen.

Triage

Een medische, klinische beoordeling, uitgevoerd aan de ingang van de vooruitgeschoven medische post, waarbij de slachtoffers naargelang de ernst van de letsels worden ingedeeld volgens urgentiegraad.

Triagekaart

Een standaard registratiemethode voor persoonlijke en medische gegevens die bij het slachtoffer blijven in de gehele medische hulpverleningsketen, van de vindplaats tot en met het ziekenhuis.

Verantwoordelijke psychosociale hulpverlening (V-PSH)

De V-PSH is verantwoordelijk voor de lokale PSH-medewerkers en vormt de rechtstreekse link tussen de gemeente en het PSIP. Bij een activatie van een PSIP wordt deze functie een onderdeel van D2 waarbij opdrachten worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de DIR-MED, de GI (of de adjunct) en de PSM en naar onderen toe de verantwoordelijken van de structuren.

Verzamelpunt

Plaats waar de niet-gewonden gegroepeerd worden alvorens van het rampterrein weggebracht te worden.

Vooruitgeschoven medische post
(VMP)

Overgangsstructuur vóór opname in het ziekenhuis die het mogelijk maakt in te staan voor triage en stabilisering van de slachtoffers, hun conditionering, de registratie en de identificatie van de slachtoffers, hun gereguleerde evacuatie naar de ziekenhuizen (overeenkomstig het KB Dir- Med van 2 februari 2007).

Ziekenhuis met functie ‘gespecialiseerde spoedgevallenzorg’

Ziekenhuis dat beschikt over een erkende functie ‘gespecialiseerde spoedgevallenzorg’ overeenkomstig het KB van 27 april 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie gespecialiseerde spoedgevallenzorgmoet voldoen om erkend te worden.

Ziekenhuisrampenplan (MASH)

Plan voor het ‘alarmeren van de ziekenhuisdiensten’. Elk ziekenhuis moet een actieplan uitwerken dat bestaat uit een ‘intern luik’ dat een probleem in het ziekenhuis regelt en een ‘extern luik’ dat de opvangcapaciteit regelt voor slachtoffers van een collectieve noodsituatie (overeenkomstig het KB van 23 oktober 1964, waarbij Art. N1, Bijlage A, III, 14° gewijzigd werd via het KB van 17/10/1991). Kan beschouwd worden als een BNIP doch wordt goedgekeurd door de provinciegouverneur.

Voeg een nieuwe reactie toe

Login om te reageren