Reanimatie kind
REANIMATIE KINDEREN
1. Kliniek
1. NORMALE WAARDEN VITALE PARAMETERS KINDEREN
1.1. LEEFTIJD < 6 MAANDEN
- gewicht: 2-6 kg
- pols: 125 /min
- bloeddruk: 60 +/- 10 mmHg
- ademfrequentie: 40 +/- 10 /min
- urinaire output: 2 ml/kg/h
1.2. LEEFTIJD 6 MAANDEN - 1 JAAR
- gewicht: 8-10 kg
- pols: 125-130 /min
- bloeddruk: 90-100 +/- 30 mmHg
- ademfrequentie: 40 +/- 10 /min
- urinaire output: 1.5 ml/kg/h
1.3. LEEFTIJD 2 JAAR
- gewicht: 13 kg
- pols: 100 +/- 25 /min
- bloeddruk: 100 +/- 25 mmHg
- ademfrequentie: 28 +/- 4 /min
- urinaire output: 1 ml/kg/h
1.4. LEEFTIJD 5 JAAR
- gewicht: 20 kg
- pols: 100 +/- 20 /min
- bloeddruk: 100 mmHg
- ademfrequentie: 27 +/- 6 /min
- urinaire output: 0.5 ml/kg/h
1.5. LEEFTIJD 10 JAAR
- gewicht: 35 kg
- pols: 75 /min
- bloeddruk: 112 +/- 20 mmHg
- ademfrequentie: 20 +/- /min
2. RESPIRATOIR FALEN
- tachypnoe
- prearrest trage onregelamtige AH
- cyanose
- BWZ veranderingen
- gebruik secundaire AH spieren
- zwakke reflexen, bv. hoest
3. CARDIOPULMONALE ARREST
4. SHOCK
4.1. VROEG STADIUM
- capillaire refill vertraagd => > 2 seconden
- vitale parameters nog goed => door compensatie
- tachycardie
- septische shock: huid: warm/ droog
4.2. LAAT STADIUM
- vitale parameters slecht:
* hartslag: tachycard
prearrest bradycard
* ademhaling: tachypnoe
* lage bloeddruk
* bewustzijnsdaling
- urinaire output gedaald
- koorts bij septische shock
2. Oorzaken
1. A + B: RESPIRATOIR
- obstructie:
* bovenste luchtwegen:
- pseudokroep
- epiglottitis
- abces: peritonsillair
retrofaryngeaal
- aspiratie vreemd lichaam
- tracheïtis
- congenitale afwijkingen
* onderste luchtwegen:
- asthma
- pneumonie
- bronchiolitis
- aspiratie vreemd lichaam
- cystische fibrose
- trauma
- verdrinking
2. C: CIRCULATIE
- hypovolemie:
* trauma:
- brandwonden
- bloeding
* diarree
* braken
- cardiovasculair:
* myocarditis
* pericarditis
* ritmestoornissen
* chronisch hartfalen
3. INFECTIEUS
- sepsis
- meningitis
- gastro-enteritis
- peritonitis
4. NEUROGEEN
- hematoom:
* epiduraal
* subduraal
- status epilepticus
5. METABOOL
- elektrolytenstoornissen:
* natrium: hypernatriëmie
* kalium: hypo-/ hypernatriëmie
- hypoglycemie
- acidose
6. TOXICOLOGISCH
- CO intoxicatie
- cardiotoxiciteit
7. SUDDEN INFANT DEATH SYNDROME
3. Diagnostiek
1. ABCDE
-> zie therapie, eerste opvang
2. LABO
- perifere glucosemeting
- CBC
- elektrolieten
- toxicologie
- bij sepsis
* urine
* bloedculturen
* eventuele lumbale punctie
3. BEELDVORMING
- RX thorax
- bij trauma:
* RX CWK
* RX bekken
* RX hoofd
- CT schedel
- echocardio
4. ECG
4. Eerste opvang: ABCDE
B: BREATHING (ademhaling)
1. FREQUENTIE AH
- 40-60 / min -> baby
- 20 / min -> ouder kind
2. PULSE OXIMETRIE
3. TEKENEN VAN ADEMNOOD
- kreunen
- neusvleugelademen
- thoraxexpansies
- gebruik secundaire ademhalingsspieren
- retracties
- primaire ademhalingsspieren
(buikbewegingen)
- cyanose
4. AUSCULTATIE
- wheezing
- reutels
- verminderde ademgeluiden
C: CIRCULATIE
- pols -> frequency?
- bloeddruk -> bij kinderen = 90 mmHg + (leeftijd x 2)
- capillaire refill -> vertraagd -> > 2 seconden => slechte perfusie
- huid: cyanose, bleek
D: DISABILITY (neurologie)
- bewustzijn
- neurologische uitval
- perifere glucose aan bed
E: EXPOSURE / ENVIRONMENT
1. OMGEVINGSFACTOREN
- ingestie:
* medicatie
* drugs
* caustische stoffen
- afkoeling
2. HETERO-ANAMNESE
- wie?:
* omstaanders
* ouders
* kinderopvang
* huisarts
- AMPLE:
* A: Allergie
* B: Medicatie
* P: Past illness
* L: Last meal
- tijdstip
- aard voedsel
- laatste drankinname
* E: Event
- onstaan: plots <--> traag
aanleiding
3. VERMIJD AFKOELING PATIENT
- dekens
- warme lamp
- verwarming kamer
Monitoring
- cardiaal
- pulse oximetrie
- bloeddruk
IV lijn
Indien geen gewone perifere intraveneuse toegangsweg mogelijk is:
- pasgeborene -> v. umbilica
- v. saphena sectie
- of intra-osseus
Snel transport
- geen uitstel
- verwittig telefonisch
5. Verdere therapie
1. IDEM ABCDE
- nog niet geïntubeerd?
-> overweeg intubatie
- reeds geïntubeerd?
-> controleer positie tube
2. IV LIJN
- eventueel 2e lijn
- + staal kruisproef + bloedname
3. CORRIGEER HYPOVOLEMIE
- fysiologische oplossing: bolus 10 ml/ kg, herhaal indien nodig
- overweeg bloedtransfusie
-> bestel bloed -> ongekruisd 0 neg/ gekruisd
4. VASOPRESSOREN/ INOTROPICA
- epinefrine:
-> bij reanimatie: -> eerste dosis: 0.25 mg
-> herhalingsdossisen: 0.5 mg
- dopamine
- dobutamine
5. BEHANDEL RITMESTOORNISSEN
- Cordarone (5 mg/kg)
-> hartstilstand: snel IV
-> breed complex tachycardie: traag over 20 min
- Lidocaïne IV of via tube:
-> bolus:
- IV: 1 mg/kg:
* XYLOCAÏNE 2%: 1ml = 20 mg
-> volwassene: onverdund:
bv. 100 kg -> 5 ml = 1 amp xylocard
= 1/4 flesje xylo 2%
-> kind < 20 kg:
aanlengen 1 ml tot 20 ml
-> dan 1 ml = 1 mg -> 1 ml/kg
* XYLOCAÏNE 1%:
-> dubbel aantal ml
- in tube:
=> dosis x 3
-> onderhoudsdosis IV:
- 20 ùg/kg/min
bv. 100 kg = 3000 mg/24h
50 kg = 1500 mg/24h
20 kg = 600 mg/24h
10 kg = 300 mg/24h
-> niet samen met cordarone
- Adenosine (ADENOCOR)
-> kind:
- eerste dosis: 0,1 mg/kg snel IV)
- herhaaldoses: na 2 min
0,2 mg/kg snel IV
Voeg een nieuwe reactie toe
Login om te reageren