Calciumantagonisten intoxicatie
Calciumantagonisten intoxicatie
- calcium speelt een rol in de myocard- en skeletspiercontractiliteit
- calcium antagonisten remmen de influx van calcium,
leidend tot een verminderde spiercontractie
- calcium antagonisten remmen ook de normale vrijzetting
van insuline in de eilandjes van Langerhans, resulterend in hyperglycemie
- Phenylalkylamines (Verapamil)
-werkt vooral in op het hart. Het verlaagd de frequentie, de contractie en de conductie.
hierdoor ontstaat een negatief inotroop en chronotroop effect.(reflex-tachycardie is niet beschreven met de bloeddrukdaling)
- vasoldilatatie geeft een daling van de bloeddruk
- dihydropyridine (nifedipine) werkt vooral op de bloedvaten en minder op het hart
- verlaagt de vasculaire weerstand resulterend in een daling van de bloeddruk
- beperkt negatief inotroop effect. (reflex tachycardie is beschreven)
- diltiazem heeft een werking die tussen deze van de dihydropyridines en deze van verapamil ligt.
- verlaagt de perifeer vasculaire weerstand met als gevolg een daling van de bloeddruk
- hartritme en cardiac ourput zullen initieel toenemen
- direct negatief chronotroop effect wat leidt tot een daling van het hartritme
en verdere ischemie (nimodipine)
1. kliniek bij intoxicatie
- hypotensie: in extreme vorm cerebrale en cardiale ischemie
-hoofdpijn
-perifere oedemen
-warmteopwellingen
- bradycardie
- reflex tachycardie (bij dihydropyridine)
- geleidingsstoornissen van het hart en blokkade
- depressie van het centraal zenuwstelsel
- coma
- stuipen
2. diagnose
- bradycardie (tachycardie met nifedipine)
- geleidingsstoornissen (QRS-complex)
- geleidingsblokkade
- geioniseerd calcium indien calcium wordt toegediend
- digoxine spiegel indien patient digoxine neemt
(geeft een indicatie over de veiligheid van de toediening van calcium)
- volledig bloedbeeld (complet)
- electrolieten
- ureum, creatinine
- glycaemie
- toxicologie screening indien intoxicatie met andere producten verwacht wordt
3. DD
4. behandeling
- verzamel alle medicamenten en verpakkingen enneem deze mee naar het ziekenhuis voor identificatie
- monitoring van de vitale parameters
- ABC
- plaats een IV-lijn
- bij extreme bradycardie en/of onstabiele patient: geef calcium
- initiele stabilisatie
- ABC
- dien extra zuurstof toe
- Infuus NaCl 0,9%
- hemodynamische monitoring
- doel van de behandeling
- hartritme > 60/min
- systolische BD > 90 mm Hg
- adequaat urinedebiet
- verbetering van het bewustzijn
- gastro-intestinale decontaminatie
- actieve kool: kan nuttig zijn indien ook andere producten ingenomen zijn
- volledige darmreiniging: kan nuttig zijn indien producten met slow- release ingenomen zijn. Deze therapie is gecontraindiceerd bij instabiele patienten. (phosphofleet soda, colopeg,...)
- toediening van calcium
- eerste keus product
- Calcium-chloride (10%):
bevat 1,36 mEq Ca2+/ml (3X meer dan calciumgluconaat).
Kan wel weefselnecrose geven bij extravasatie.
zeer irriterend voor de venen.
10 ml van 10% oplossing traag IV,
gevolgd door een infuus van 20-50 mg/kg/u.---
pediatrie: 0,2-0,25 ml/kg, eventueel te herhalen na 10 min)
- calciumgluconaat (10%): bevat 0,45 mEq Ca2+/ml.
Geeft geen weefselnecrose bij extravasatie en is niet irriterend voor de venen. Is het voorkeurproduct bij acidotische patienten. (10 ml van 10% oplossing traag IV --- pediatrie: 1 ml/kg, eventueel te herhalen na 10 min)
- volg steeds de calcium-spiegels indien meerdere doses toegediend worden.
- gecontraindiceerd bij digoxine-intoxicatie wegens de ernstige nevenwerkingen die kunnen optreden.
- behandeling van hypotensie en bradycardie
- IV vocht: wees voorzichtig met vochttoediening bij de hypotensieve patient.
Swan Ganz catheterisatie of Centraal- Veneuze catheterisatie is een nuttig hulpmiddel.
- atropine is meestal ineffectief
- vasopressoren: Er is geen voordeel van het ene product ten opzichte van het andere. Enkel toe te dienen onder geleide van invasieve monitoring.
- dopamine: is een beta1-receptoragonist in lage dosis met als gevolg een verhoging van de cardiac output (positief inotroop). In hogere dosis is het een alfa-agonist wat leidt tot vasoconstrictie. (2-20 microgram/kg/min)
- epinephrine: sterke alfa- en beta-receptoragonist (2 microgram/min --- pediatrie: 0,1 microgram/kg/min)
- glucagon: verhoogt de vrijzetting van cyclisch AMP via een andere path-way dan deze van beta1-receptoragonisme. Kan nausea en braken geven. Meng de glucagon in glucose 5% infuus of NaCl 0,9%. Maak geen gebruik van de fenoloplossing die bij de glucagon geleverd wordt. (3,5 - 5 mg IV gevolgd door een infuus van 70 microgram/kg/uur --- pediatrie: 0,03 - 0,1 mg/kg in bolus)
-Amrinone: selectieve fosfodiesterase III remmer. verhoogt op een indirecte manier de hoeveelheid cyclisch AMP. (oplaaddosis 0,75 mg/kg en onderhoudsdrip van 2-20 microgram/kg/min)
- cardiale pacing: indien de andere therapieën falen
- insuline: lijkt naar de toekomst een interessante therapie.
Voeg een nieuwe reactie toe
Login om te reageren