Overslaan en naar de inhoud gaan

Voet: calcaneusfracturen

Meest frequente tarsale fractuur. In 75% intra-articulaire fractuur.
Anatomie:    posterior/middle/anterior facet; anterior proces; thalamic portion; tuber;  medial/lateral tuberosity.
Röntgen:    AP enkel / AP + LAT voet / axiale calcaneus:

       Böhler hoek (25-40 graden)

       Critical angle of the Gissane (120-145 graden)

CT-scan

 

FRACTUURINDELING:
-    volgens Essex-Lopresti en Zwipp/Tscherne

    -    intra-of extra-articulair?

         type I-V zijn extra-articulair

         type VI zijn alle intra-articulaire fracturen

    -    mate van comminutie
    -    impressie type fractuur?
    -    toung-type fractuur?

I Anterior process fractures:
•    Avulsie (bifurcate ligament/capsuloligamentous structures)
•    Compressiefractuur

II Sustentaculum tali fracturen: (mediaal)
•    Zeer zeldzaam.
•    Trauma mechanisme: landing op geinverteerde voet.

III Medial and lateral calcaneal proces fractures (or vertical tuberosity fracture):
•    Val op geproneerde of gesupineerde achtervoet

IV Tuberosity fractures (vissebek en avulsiefracturen):
•    Bij direct trauma of als avulsiefractuur van de achillespees

V Extraarticular body fractures:
•    Bij val van grote hoogte

VI Intraarticular fractures:
•    75% van de calcaneusfracturen; 60% van de tarsale fracturen.
•    Trauma mechanisme: axiaal letsel > direct trauma
primary fracture line of Palmer (anteromediaal en posterolateraal fragment)
•    5-10% bilateraal; in 10% tevens fracturen van de lumbale wervelkolom.
•    Letournel classificatie o.b.v. röntgenfoto’s:
    Type 1        two part fracture
    Type 2        three part fracture (depression of tongue type)
    Type 3        meer dan 4 fragmenten.
•    Sanders classificatie o.b.v. coronale CT-scan:4 typen met indeling van het achterste facet in drie kolommen (mediaal/centraal/lateraal)
    Type 1:    al de niet gedisloceerde fracturen
    Type 2:    two part fracture of the posterior facet (A/B/C)
    Type 3:    three part fractures of the posterior facet
    Type 4:    communitieve fracturen met dislocatie.

 

THERAPIE:
conservatief:
-    extraarticulair fracturen
-    fracturen zonder dislocatie
-    zeer communitieve fracturen, niet te reconstrueren
-    incoöperatieve patienten
operatief:
Indicatie:    intraarticulaire fracturen met dislocatie (aanvullend CT-scan):
    onbloedige repositie + percutane schroeffixatie
    (alternatief: open repositie + plaatfixatie)
inwerkende krachten bij impressie fractuur van de calcaneus:
- verkorting
- verbreding
- impressie achterste facetgewricht
principes van repositie:

- verlenging
- versmalling (secundair)
- opheffen impressie

NABEHANDELING:
conservatief:
-    gips voor 2 weken, daarna onbelaste mobilisatie tot 12 weken, actief oefenen
operatief:
-    oefenstabiel: onbelast gedurende 12 weken

CONTROLE:
klinisch:
-    4, 8, 12, 18, 26 weken
radiologisch:
-    4, 12, 26 weken

COMPLICATIES:
-    wondrandnecrose, wondinfectie
-    verminderde functie onderste sprong gewricht (OSG)
-    pijn bij belasten, m.n. bij lopen op ongelijk terrein (o.a. impigment peroneus en tibialis posterior pezen bij verbreding van de calcaneus)
-    arthrose OSG, waarvoor subtalaire arthrodese

VERWIJDEREN OS MATERIAAL:
-    niet routinematig geindiceerd

Voeg een nieuwe reactie toe

Login om te reageren