Overslaan en naar de inhoud gaan

Voorarm: polsfracturen

Polsfractuur: (Pouteau-Colles en Smith fracturen)

 

 

FRACTUURINDELING:

Polsfracturen worden klassiek ingedeeld in Pouteau (Colles) fracturen en Smith fracturen.

Men kan nog een betere differentiatie maken op basis van enkele extra aspecten van de fractuur:

-          extra- of intraarticulaire fractuur (radiocarpaal, radioulnair)

-          richting verplaatsing van de distale radius (dorsaal, palmair)

-          mate van verplaatsing

-          traumamechanisme

 

dislocatie volgens Pouteau-Colles (dorsaal)

dislocatie volgens Smith (volair)

 

Indeling van de Pouteau-Collesfractuur (dorsale angulatie) volgens Older:

            type 1:  dorsale angulatie ≤5˚, radiusverkorting <8mm

            type 2:  dorsale angulatie >5˚, radiusverkorting <8mm, geen comminutie

            type 3:  dorsale communitie, radiusverkorting ≥8mm, extraarticulair

            type 4:  ernstige communitie, intraarticulaire fractuur, radiusverkorting ≥8mm

            verkorting        relateren aan ulnaplateau, controlaterale foto maken indien twijfel bestaat over <8mm versus ≥8mm.

 

Indeling van de Smithfractuur (volaire dislocatie) volgens Thomas:

            type 1(A):        de "klassieke" Smithfractuur:, dwars extraarticulair, volaire dislocatie

            type 2 (B):       "reversed Barton": intraarticulaire fractuur, volaire deel van het gewrichtsoppervlak naar volair gedisloceerd

            type 3 (C):       schuine intraarticulaire fractuur, bijna gehele gewrichtsvlak naar volair gedisloceerd

N.B.    D=Barton        Colles dislocatie: intraarticulaire fractuur, dorsale deel van het gewrichts–oppervlak  naar dorsaal gedisloceerd

 

THERAPIE VAN POLSFRACTUREN:

conservatief:

-          alle fracturen zonder dislocatie kunnen conservatief behandeld worden met een onderarmsgips

-          Chauffeursfractuur (proc. styloideus radiï) zonder intraarticulaire dislocatie (<1mm) kan behandeld worden met een onderarmsgips

-          bij dislocatie naar dorsaal (Colles/Older type I en II):

            repositie en onderarmsgips, eventueel in lichte ulnaire deviatie, max 20˚ palmair flexie (cave: carpal tunnel syndroom)

            optimale repositiestand voor Pouteau-Colles fractuur:

              Op anteroposterieure radiografie (Face-opname):

Een radiaire hoek van 15˚

radiusverkorting:   0 mm (maximaal 8mm)

intraarticulaire dislocatie (<1mm uit niveau)

              Op laterale radiografie (Profielopname):

Dorsale hoek  van de radius:  -15˚ (tot +10˚)

 

intraarticulaire dislocatie (<1mm uit niveau)

 

-          bij dislocatie naar volair (Smith/Thomas type I):

            optimale criteria na repositie:

            Op anteroposterieure radiografie (Face-opname):

radiusverkorting           0mm (maximaal 8mm)

Intraarticulaire dislocatie   (<1mm uit niveau)

            Op laterale radiografie (Profielopname): 

volaire hoek     15˚ (tot 0˚)

Het os  lunatum moet in de asrichting van de radius gelegen zijn

Intraarticulaire dislocatie   (<1mm uit niveau)

 

Bij patienten >70 jaar (biologische leeftijd!) moet individueel beoordeeld worden, of deze criteria ruimer gesteld moeten worden

 

Operatief herstel van polsfracturen:

Open repositie met T-plaatfixatie volair:

            Indien <70 jaar, type Thomas 2 en 3 fracturen

Fixateur externe: (midi of mini Hoffmann systeem):

          Indien  <70 jaar, type Older 3 en type Older 4 "Colles"-fracturen

Open repositie met schroef fixatie:

          Indien <70 jaar, gedisloceerde fractuur proc. styloideus radiï (Chauffeursfractuur) met intraarticulaire dislocatie >1mm

Open repositie met T-plaatfixatie dorsaal:

            Zelden geindiceerd, wel bij <70 jaar, Barton fractuur

 

NABEHANDELING:

conservatief:

-          5-6 weken gips

operatief:

-          fixateur externe 5 weken, na 3 weken distractie over de fixateur afnemen

-          open repositie en fixatie volgens AO in principe oefenstabiel, 6 weken onbelast

 

CONTROLE:

klinisch:

-          1, 4-5, 8 en zo nodig 12 weken, bij fixateur 1, 3, 5, 8 en zo nodig 12 weken

radiologisch:

-          conservatief: (na 1 week indien gereponeerd, na eventuele gipswissel) en evt. na 4-5 weken (weinig consequenties!)

-          fixateur externe 1 en 5 weken

-          osteosynthese 6 weken

 

COMPLICATIES:

-          secundaire dislocatie, malunion

-          carpal tunnelsyndroom/compartimentssyndroom (vooral bij hoogenergetisch trauma bij jongere patienten)

-          reflexdystrofie* (Sudeck) vooral bij fixateur met distractie > 3weken

-          verminderde functie, krachtsverlies

-          carpale instabiliteit

 

VERWIJDEREN OS MATERIAAL:

-          T-plaat  (i.v.m. irritatie strekpezen) na (ten minste) 3-4 maanden

-          andere materialen afhankelijk van eventuele klachten

Voeg een nieuwe reactie toe

Login om te reageren