Bilirubine
WAT IS HET NUT VAN DE BEPALING VAN BILIRUBINE?
IN HET BLOED:
- onderzoek van anemie:
* opzoeken van hemolyse of een deficiente erytropoese
- evaluatie van de ernst van een leveraandoening
- onderzoek van cholestase (intra- of axtrahepatisch)
- volgenvan patienten die met tuberculostatica worden behandeld
IN DE URINE:
-> Het bilirubine in de urine is het geconjugeerd (direct), niet aan eiwit gebonden
bilirubine
=> mogelijk onderscheid te maken tussen:
- een hemolytische icterus: afwezigheid van urinair bilirubine
- een icterus tgv een leveraandoening of cholestase: aanwezigheid van
bilirubine in de urine
FYSIOLOGIE VAN BILIRUBINE
1. FYSIOLOGISCHE GEGEVENS
- bilirubine (galpigment) is vooral afkomstig van de afbraak
van rode bloedcellen
- deze afbraak vindt plaats:
* in het beenmerg
* in de bloedbaan
* in de milt
-> de vrijgekomen hemoglobine wordt afgebroken tot haem, ijzer en globine:
- globine wordt door haptoglobine gebonden
- ijzer wordt aan transferrine gebonden
- haem wordt omgezet tot biliverdine (microsomiaal oxygenase)
en vervolgens tot bilirubine (biliverdine-reductase)
-> het niet-geconjugeerde bilirubine:
- vertegenwoordigt 80% van het totaal bilirubine
- is sterk gebonden aan albumine en kan niet doorheen de glomerulaire
membraan in de nieren
- wordt indirect bilirubine genoemd aangezien voor de bepaling een
indirecte methode wordt gebruikt
- in de lever wordt dit niet-geconjugeerd bilirubine
gemetaboliseerd in 3 stappen:
* opname door levercel
* conjugatie tot glucuronide
* excretie met gal
-> geconjugeerde bilirubine:
- vertegenwoordigt 20% van het totaal circulerend bilirubine
- niet aan eiwitten gebonden en kan dus doorheen de glomerulaire
membraam
- wordt direct bilirubine genoemd omdat een directe methode gebruikt
wordt
- 20% komt weer in het bloed terecht en 80% in de galwegen om dan in de
darm geelimineerd te worden
-> wordt oiv bacterien omgezet tot urobilinogeen en dan tot stercobiline
dat met de faeces geelimineerd wordt
-> slechts een kleine fractie van het urobilinogeen kan door het portale
systeem geresorbeerd worden en ondergaat een enterohepatische
cyclus met mogelijkheid van overgang in de urine.
=> OPMERKING:
- bij leveraandoeningen (cirrose,...) worden de opname en de conjugatie
van bilirubine weinig beinvloed. Maar de excretie van geconjugeerd
bilirubine wordt sterk gewijzigd. Daarom een verhoging van rechtstreeks
bilirubine bij deze pathologieen.
- Indien de concentratie van geconjugeerd bilirubine in de levercel stijgt
-> reflux van geconjugeerd bilirubine in de bloedcirculatie -> icterus
2. AFNAME
- droge buis
- RBC moeten snel afgescheiden worden aangezien hemolyse de test zal
invalideren.
- de samples beschermen tegen het licht
3. REFERENTIEWAARDEN
- totaal bilirubine:
-> pasgeborenen: < 10 mg/ 100 ml of < 170 µmol/l
-> 1 maand: 0,3 -1,2 mg/ 100 ml of 5,1 - 20,5 µmol/l
-> volwassenen: 0,2 - 1,0 mg/ 100 ml of 3,4 - 17,1 µmol/l
- geconjugeerd bilirubine: < 0,2 mg/ 100 ml of < 3,4 µmol/l
- verhouding geconjugeerd bilirubine/ totaal bilirubine: < 20%
De voornaamste oorzaken van gestegen totaal bilirubine zijn:
- zwangerschap
- pasgeborenen en prematuren
- intense fysieke inspanning
- verhoogde concentratie van geconjugeerd bilirubine
De voornaamste oorzaken van gestegen geconjugeerd bilirubine zijn:
- overmatig afbraak van rode bloedcellen:
-> hemolyse (bv. malaria, rhesusincompatibiliteit, ...)
-> deficientie erythropoese (bv. pernicieuze anemie)
-> hypersplenisme
- onvoldoende opname van bilirubine:
-> pasgeborenen en prematuren
-> syndroom van Crigler-Najjar (deficientie van het glucuronyltransferase)
De voornaamste oorzaken zijn:
1. AANDOENINGEN VAN DE LEVER
* virale hepatitis
* geneesmiddelenhepatitis:
- INC
- rifampicine
- halothaan
- methyldopa
- chloorpromazine
- paracetamol
- salicylaten
- ...
* toxische hepatitis:
- CCl4
- amanites phalloides
* hartdecompensatie
* cirrose
* infiltratie van de lever (neoplasie, hemochromatose, ...)
* deficientie van het alpha-antitrypsine
* ziekte van Dubin-Johnson (stoornis van de excretie van bilirubine)
2. CHOLESTASE
* intrahepatisch:
- primaire biliaire cirrose
- scleroserende cholangitis
- farmaca: barbituraten, testosteron, contraceptiva, ...
- parenterale voeding
* extrahepatisch:
- gallithiasis
- acute of chronische pancreatitis
- neoplasie van pancreas
- ampuloom van Vater
- cholangiocarcinoom
- atresie van de galwegen
Voeg een nieuwe reactie toe
Login om te reageren