Streptococcen serologie
WANNEER IS HET AANGEWEZEN OM DE SEROLOGIE VAN STREPTOCOCCEN OP TE SPOREN IN HET BLOED?
- Bij vermoeden van een streptokokkeninfectie in de
*NKO-regio
*huid
*longen
*genitalien
- ontdekken van een nieuw hartgeruis of klepafwijkingen
- nierinsufficientie, proteinurie of hematurie
- erythema nodosum
- chorea
- artralgie
HOE MOET JE EEN STREPTOCOCCEN SEROLOGIE INTERPRETEREN?
- ASLO negatief, anti-DNAse B negatief:
-> geen streptokokkeninfectie aanwezig
- ASLO positief, anti-DNAse B negatief:
-> recente infectie < 3 weken of vals-positief
-> controle < 15 dagen
- ASLO positief, anti-DNAse B positief:
-> infectie < 4 maanden
- ASLO negatief, anti-DNAse B positeif:
-> infectie 4-12 maanden oud of vals-positieve waarde
-> controle na 2 weken
DE FYSIOLOGISCHE BASIS VAN STREPTOCOCCEN-SEROLOGIE
- De serologische diagnose van een infectie met streptokokken berust op
het aantonen van antistoffen in het serum tegen antigene enzymen
afgegeven door streptokken.
- de meest frequent opgezochte antistoffen zijn:
* antistreptolysinen O (ASLO):
-> zijn gericht tegen het enzym streptolysine O dat door
streptokokken van de groepen A, C en G wordt afgegeven:
- streptokokken van groep D geen streptolysine O afgeven
- de ASLO-titer binnen 7 - 10 dagen na de infectie stijgt,
tussen de 3de en 4de week een maximum bereikt en daarna
langzaam daalt om rond de 4de week normale waarden te
bereiken.
- een bepaling van de ASLO positief is in 80% van de gevallen
van streptokokkenangina, in 70% van de gevallen van AGR en
in 55% van de gevallen van
post-streptokokkenglomerulonefritis.
Er is dus een een zeker percentage vals-negatieven waardoor
een AGR, een carditis of een glomerulonefritis gemist kan
worden.
- vals-positieven doen zich voor in geval van:
* recente amygdalectomie
* contaminatie van het serum met bêta-lipoproteinen
* monoklonale gammopathie
* infectie met stafylokokken
* anti-deoxyribonuclease B-antistoffen:
-> zijn gericht tegen het deoxyribonuclease van streptokokken:
- antistoffenzijn specifiek voor streptokokken van groep A
- blijven langer aanwezig dan de ASLO: de antistoffen
verschijnen op dag 7, bereiken een maximum na 6 weken,
blijven gedurende verschillende maanden hoog en worden weer
normaal na 9 - 12 maanden. Ze kunnen dus oudere infecties
aantonen.
- zijn postitief in 80% van de gevallen van AGR en in 85% van de
gevallen van post-streptokokkenglomerulonefritis en impetigo
- vals-positieve waarden kunnen voorkomen bij monoklonale
gammopathie of infectie met stafylokokken
* antistreptokinase-antistoffen:
-> zijn gericht tegen streptokinase van groep A
- titers zijn relatief laag, zelfs bij aangetoonde infectie
- tijstippen van het verschijnen en verdwijnen zijn vergelijkbaar
met die van ASLO
* Streptozyme:
-> eenvoudige hemagglutinatietest op een objectglaasje
waarmee 5 verschillende antistoffen tegen streptokokken
kunnen worden opgespoord
-ASLO
-anti-DNAse B
-antistreptokinase
-antihyaluronidase
-antinicotinamide-adenine-dinucleotidase
- 80 - 90 % positief in geval van streptokokkeninfecties
(zowel NKO als ter hoogte van de huid)
* DUS:
-> het opzoeken van antistreptokinase in de dagelijkse praktijk
is van weinig nut
-> bij een vermoeden wordt aanbevolen een ASLO + Anti-DNAse B
op te sporen (95-98%) van de recente of oudere infecties worden
dan opgespoord.
STAALNAME VOOR DE STREPTOCOCCEN-SEROLOGIE
- veneuse bloedname met een droge buis
REFERENTIEWAARDEN
- ASLO: < 200 EI/ ml
- anti-DNAse B: < 200 EI/ ml
- antistreptokinase: < 80 E ASK/ ml
Voeg een nieuwe reactie toe
Login om te reageren