Thrombocyten (bloedplaatjes)
WANNEER IS HET INTERESSANT OM DE THROMBOCYTENCONCENTRATIE IN HET BLOED NA TE KIJKEN?
- preoperatief onderzoek:
-> gevaar voor bloedingen indien < 50.000/ mm ³ en
zeer groot indien < 10.000/ mm ³
- na toediening van chemotherapie
- bij elk onderzoek voor purpura of bloedingsneigingen
- in geval van septikemie met Gram-negatieven (gevaar voor D.I.C.)
- bij cirrotische patienten
WANNEER IS HET AANTAL THROMBOCYTEN VERLAAGD?
De voornaamste oorzaken zijn:
- pseudotrombopenie
* ten gevolge van plaatjesaggregaten in hematologiebuisjes met EDTA
- echte trombopenie, deze kan secundair zijn aan:
* een aantasting van het beenmerg:
- bestraling, benzeen, tolueen
- geneesmiddelen: chemotherapie, chlooramfenicol, fenylbutazon, ...
- alcohol
- infiltratie van het beenmerg (gegeneraliseerde neoplasie, myeloom,
leukemie, ...)
* hypersplenisme:
- cirrose
- leukemie
- lymfoom
- sarcoidose, tuberculose, ...
* aanwezigheid van antistoffen tegen plaatjes:
- heparine
- aspirine
- fenobarbital
- kinine
- codeine
- digitalis
- ...
* immunologische stoornissen (virale of bacteriele infecties)
* idiopathische trombopenische purpura
* trombotische trombocytopenische purpura
* gedissemineerde intravasculaire coagulopathie (D.I.C.)
WANNEER ZIJN HET AANTAL BLOEDPLAATJES VERHOOGD?
De voornaamste oorzaken zijn:
- inflammatoire syndromen
- neoplasieen
- myeloproliferatieve syndromen:
* myelofibrose
* chronische myeloide leukemie
* ziekte van Vaquez
* essentiele trombocythemie
- stimulatie van het beenmerg (bv. na bloeding)
- splenectomie
FYSIOLOGIE VAN THROMBOCYTEN
- zij worden in het beenmerg aangemaakt in de vorm van megakarocyten
- verschijnen in het bloed als kernloze schijfjes
- verschillende substanties worden in de plaatjes gesynthetiseerd:
* ADP
* serotonine
* prostaglandine
* calcium
* plaatjesfactor 4
* fibrinogeen
* factor V
- plaatjes spelen een belangrijke rol:
* in de hemostase: de oppervlakte van de plaatjes activeert diverse
stollingsfactoren (X, VIII, V, II) wat tot de vorming van trombine en
tenslotte fibrine leidt
* in geval van bloeding: door tussenkomst van factor VIII
( von Willebrand) krijgen de plaatjes het vermogen zich aan de wand
van het beschadigde bloedvat te hechten, te aggregeren en de
stollingssystemen te activeren. Dit leidt tot stopping van de bloeding.
* bij inflammatoire reacties: plaatjes geven serotonine, prostaglandinen
en calcium af
STAALNAME VOOR THROMBOCYTEN
- hematologiebuis (met EDTA)
REFERENTIEWAARDEN VOOR THROMBOCYTENCONCENTRATIE
- 150000 - 500000/ mm ³
Voeg een nieuwe reactie toe
Login om te reageren