Schildkliertesten
SCHILDKLIERTESTEN:
TSH
T3
T4
1. TSH: SCHILDKLIERSTIMULEREND HORMOON
WAT IS HET NUT VAN HET BEPALEN VAN SCHILKLIERSTIMULEREND HORMOON?
- nuttig bij de diagnose:
* van hypothyroidie:
- pathologie van de schildklier: TSH verhoogd
- pathologie van de hypofyse of de hypothalamus:TSH verlaagd
* van hyperthyroidie:
- pathologie van de schildklier: TSH verlaagd
- pathologie van de hypofyse:TSH verhoogd
- volgen van een verloop van een schildklieraandoening en beoordelen van
de doeltreffendheid van een behandeling
- in geval van twijfel over de diagnose van een eventuele hypo-
of hyperthyroidie zal het uitvoeren van een TRH-test met meting
van de concentratie van TSH na 0, 20 en 60 min, doorgaans tot de
diagnose leiden.
WANNEER VERWACHT JE EEN VERLAGING VAN TSH?
- hyperthyroidie tengevolge van een oorzaak in de schildklier (T3 of T4)
- hypothyroidie tengevolge van een oozaak in de hypofyse of de
hypothalamus
- geneesmiddelen:
* schildklierextracten
* amiodaron
* jodiumhoudende produkten
* propranolol
- sommige euthyroide patienten hebben een verlaagde TSH
WANNEER VERWACHT JE EEN VERHOGING VAN TSH?
- hypothyroidie met oorsprong in de schildklier:
* als T3 en T4 normaal zijn: latente hypothyroidie
* als T3 en/ of T4 verlaagd zijn: uitgesproken hypothyroidie
- geneesmiddelen die hypothyroidie induceren:
* thyreostatica
* amiodaron
* lithium
- partiele of totale thyroidectomie
- hyperthyroidie van hypofysaire oorsprong
- de leeftijd: 10% van de patienten ouder dan 60 jaar vertonen een verhoogde
TSH. 25% van de patienten vertonen een verlaging van de T3 of T4.
- primaire bijnierinsufficientie
- pasgeborenen: TSH verhoogt in de eerste uren en bereikt binnen de
eerste 5 dagen normale waarden
DE FYSIOLOGISCHE BASIS VAN TSH (SCHILDKLIERSTIMULEREND HORMOON)
- TSH (Thyroid Stimulating Hormone) is een glycoproteine
- De werkingsplaats van TSH bevindt zich ter hoogte van de schildklier.
TSH bindt zich aan receptoren van de schildkliercellen en stimuleert de:
* de vascularisatie en de grootte van de klier
* de opname van jodium
* de synthese van thyroglobuline
* de synthese en de afgifte van trijodothyronine (T3) en
van thyroxine (T4)
- Ook verhoogt TSH het metabolisme van glucose en heeft het een
uitgesproken effect op het lipidenmetabolisme.
- De secretie van TSH door de adenohypofyse wordt bepaald door:
* de concentratie van vrije circulerende schildklierhormonen
(feedback):
-> in geval van hypothyroidie leidt de verlaging van
T4 of T3 tot stimulatie van de hypofyse
-> in geval van hyperthyroidie leidt de verhoging van T4
of T3 tot inhibitie van de hypofyse
* TRH (Thyrotropin Releasing Hormone) wordt door de hypothalamus
gesecerneerd. Dit hormoon stimuleert de secretie van TSH door
de hypofyse.
STAALNAME VAN TSH
- Veneuse bloedname met een droge buis
REFERENTIEWAARDEN VOOR DE TSH-SPIEGEL:
- 0.5 - 5 µ IE/ ml
2. TOTAAL T3 (VIA RIA TEST)
WANNEER IS HET NUTTIG OM DE TOTALE T3 CONCENTRATIE IN HET BLOED TE BEPALEN?
De bepaling van totaal T3 wordt beinvloed door alle oorzaken die de concentratie
van het tranporteiwit beinvloeden.
Daarom is het beter de concentratie van de
vrije T3, van de vrije T4, van de TSH en van de antistoffen tegen schildklierweefsel
te bepalen om de schildklierfunctie te beoordelen.
Een bepaling van T3 maakt mogelijk:
- een low T3 syndrome aan te tonen
- vrije T3-index te bepalen
- hyperthyroidie met verhoogde T3 op te sporen
- het verloop van de T3 te volgen bij patienten die met schildklierextracten
worden behandeld
WANNEER VERWACHT JE EEN VERLAAGDE BLOEDCONCENTRATIE VAN TOTAAL T3?
- primaire hypothyroidie met oorsprong in de schildklier
- secundaire hypothyroidie met oorsprong in de hypofyse of de hypothalamus
- verminderde perifere omzetting van T4 tot T3:
* ondervoeding, streng dieet
* ernstige systeemaandoening
* postoperatieve toestand, trauma
* farmaca:
- propranolol
- amiodaron
- PTU
- corticoiden
- jodiumhoudende producten (Télépaque)
* verlaging van de concentratie van de transporteiwit (TBG):
- ernstige systeemaandoeningen
- nefrotisch syndroom
- androgenen
- anaboliserende steroiden
- corticoiden in hoge dosis
- salicylaten, chloorpropamide, diazepam
WANNEER VERWACHT JE EEN VERHOOGDE CONCENTRATIE VAN T3?
- hyperthyroidie met verhoogde T4 of T3 tengevolge van een oorzaak in
de schildklier
- hyperthyroidie tengevolge van een oorzaak in de hypofyse (let op, dit is eerder zeldzaam)
- overdosering van medicamenteuse schildklierhormoonsubstitutie T4 en T3
- verhoging van de concentraties van het transporteiwit (TBG):
* zwangerschap
* behandeling met oestrogenen
* hepatitis, galcirrose
* myeloom, collagenose
* clofibraat, fenothiazine, heroine
* neonatale periode
* acute intermitterende porfyrie
DE FYSIOLOGISCHE BASIS VAN T3
- T3 (tri-jodothyronine is afkomstig uit 2 bronnen:
* de schildklier: circulerend jodium dat door de schildklier actief wordt
opgenomen, wordt ingebouwd in de tyrosineresidu's in het
thyroglobuline.
In dit molecule worden monojodotyrine (MIT) en dijodotyrosine (DIT)
gevormd, die na binding aanleiding geven tot de vorming van T3
(MIT + DIT) en T4 (DIT + DIT)
Deze twee hormonen worden vervolgens in de circulatie vrijgesteld
door hydrolyse van het thyroglobuline.
De secretie van T3 door de schildklier wordt gereguleerd door het
TSH uit de hypofyse.
* de weefsels: sommige weefsels zoals de lever, de nieren en de
hypofyse zijn in staat T3 te produceren door omzetting van T4 tot T3
in de weefsels.
Op te merken dat 80% van de productie van T3 het gevolg is van
perifere omzetting van T4 tot T3, eerder dan van een secretie
door de schildklier.
- in het bloed circuleert T3 in twee vormen:
* een vrije, biologische actieve vorm, die 0.4% van het totaal T3
uitmaakt
* een biologisch inactieve, aan eiwitten gebonden vorm die 99.6% van
het totaal T3 uitmaakt
- op te merken dat de vrije hormoonfractie respectievelijk 0.4% voor T3
en 0.02% voor T4 bedraagt. De fractie vrij T3 is dus 20-maal groter
dan de fractie vrij T4.
Bovendien is bij gelijke hoeveelheden T3 driemaal actiever dan T4.
Al deze factoren verklaren dus dat T3 het meest actieve
schildklierhormoon is.
STAALNAME VOOR DE TOTALE T3 BEPALING
- Veneuse bloedname met een droge buis
REFERENTIEWAARDEN VOOR TOTALE T3
- 0.8-2.2 ng/ ml
3. T4
WANNEER IS HET NUTTIG OM DE CONCENTRATIE VAN HET TOTAAL T4 TE BEPALEN?
De bepaling van totaal T4 wordt beinvloed door alle oorzaken die de concentratie
van het tranporteiwit beinvloeden , daarom is het beter de concentratie van de
vrije T4, van de TSH en van de antistoffen tegen schildklierweefsel
te bepalen.
Een bepaling van T4 maakt mogelijk:
- vrije thyroxine-index te berekenen
- het verloop van de T4 te volgen bij patienten die met schildklierextracten
worden behandeld
WANNEER VERWACHT JE EEN VERLAAGDE CONCENTRATIE VAN HET TOTAAL T4?
- primaire hypothyroidie (schildklierpathologie)
- secundaire hypothyroidie ( pathologie van de hypofyse of de hypothalamus)
- vermindering van de beschikbare hoeveelheid dragereiwitten:
* ernstige systeemaandoeningen
* nefrotisch syndroom
* congenitaal tekort aan TBG (thyroidbindend globuline)
* geneesmiddelen:
- androgenen
- anaboliserende steroiden
- hoge dosis corticoiden
- difenylhydantoine
- salicylaten
- chloorpropamide
- diazepam
WANNEER VERWACHT JE EEN VERHOGING VAN TOTAAL T4?
- primaire hyperthyroidie (schildklierpathologie)
- secundaire hyperthyroidie (pathologie van de hypofyse)
- overdosering medicamenteuse substitutie met T4
- verhoging van de concentratie van de dragereiwitten:
* zwangerschap
* verhoogde concentraties van oestrogenen
* hepatitis, biliaire cirrose
* myeloom
* collageenziekten
* clofibraat, fenothiazine, heroine
* neonatale periode
* acute intermitterende porfyrie
- toegenomen affiniteit van albumine voor T4
DE FYSIOLOGISCHE BASIS VAN T4?
- T4 wordt uitsluitend door de schildklier gesynthetiseerd
- de secretie wordt gereguleerd door het van de hypofyse afkomstige TSH
- in de schildklier wordt jodium geconcentreerd en in de tyrosineresten
van het thyroglobuline ingebouwd. Daarbij worden
monojodotyrosine (MIT) en di-jodotyrosine (DIT) gevormd die, na
onderlinge binding, aanleiding geven tot de vorming van T3 (binding van
MIT en DIT) en T4 (binding van DIT en DIT)
- deze twee hormonen (T3 en T4) komen na hydrolyse van het
thyroglobuline in de circulatie
- in de circulatie komt T4 in twee vormen voor:
* een vrije, biologische actieve vorm die 0.02% van het totaal T4
vertegenwoordigt
* een aan eiwitten gebonden, biologische inactieve vorm die 99.98%
van het totaal T4 vertegenwoordigt.
De dragereiwitten bestaan voor 50% uit TBG en voor het overige uit
TBPA (Thyroxin Binding Prealbumin) en albumine
STAALNAME VAN T4
- Veneuse bloedname met een droge buis
REFERENTIEWAARDEN VOOR TOTAAL T4
- 50 - 130 ng/ ml
Voeg een nieuwe reactie toe
Login om te reageren