Chlamydia trachomatis
FYSIOLOGISCHE GEGEVENS VAN CHLAMYDIA TRACHOMATIS
- Gram-negatieve bacterien die uitsluitend intracellulair voorkomen
- 2 soorten:
* chlamydia psittaci
* chlamydia trachomatis
- kan verantwoordelijk zijn voor de volgende aandoeningen:
* tracheoom
* conjunctivitis met inclusies
* SOA's:
- oppervlakkige infecties: urethritis, vaginitis, proctitis
- diepe infecties: prostatitis, epididymitis, salpingitis
* syndroom van Reiter: is een combinatie van een urethritis,
conjunctivitis en een polyarthritis
* lymphogranuloma venereum (ziekte van Nicolas-Favre)
* neonatale infecties:
-> tijdens de zwangerschap als opstijgende infectie die vaak de
oorzaak is van een miskraam
-> tijdens de bevalling door contact met de genitale delen
(4 - 15 dagen incubatietijd):
=> de verschijnselen bij pasgeborenen:
* inclusie-conjunctivitis
* rhinitis, sinusitis
* interstitiele pneumopathie
WAT ZIJN GOEDE INDICATIES OM EEN PATIENT NA TE KIJKEN OP EEN BESMETTING MET CHLAMYDIA TRACHOMATISCH?
- bij het onderzoek van conjunctivitis of tracheoom
- ingeval van urogenitale infecties: urethritis, cervicitis, prostatitis,
salpingitis, proctitis
- in geval van artralgie die op een syndroom van Reiter zou kunnen wijzen
- bij vermoeden van lymphogranuloma venereum
- bij pneumopathie of neonatale conjunctivitis
DIAGNOSTISCHE TECHNIEKEN
- rechtstreeks onderzoek:
-> uitstrijkje van de urethra, endocervix of de conjunctiva
- kweek:
-> isoleren van Chlamydia trachomatis is moeilijk
- serologie:
-> aantonen van antistoffen in het serum tegen Chlamydia trachomatis
(IgM en IgG) door onrechtstreekse immunofluorescentie
AFNAME
- rechtstreeks onderzoek:
-> droge wisser of cytobrush afnemen thv urethra of endocervix
- kweek:
-> idem als bij rechtstreeks onderzoek alleen dat de wisser in een
houder met een geschikte transportbodem moet
worden geplaatst bij 4°C
- serologie:
-> droge buis
REFERENTIEWAARDEN
- IgM: negatief
- IgG:
* mannen: minder dan 1/16
* vrouwen:minder dan 1/64
OPMERKINGEN
- de resultaten van serologische tests zijn vaak ontmoedigend
aangezien infecties met Chlamydia vaak ongemerkt verlopen en
subklinisch evalueren
- diepe infecties met Chlamydia gaan gepaard met
IgG-titers hoger dan 1/128. Oppervlakkige infecties gaan doorgaans
gepaard met IgG-titers lager dan 1/128
- bij pasgeborenen wijst een verhoging van IgG niet noodzakelijk op een
diagnose van infectie omdat de antistoffen een gevolg kunnen zijn van
een besmetting door de moeder. Het aantonen van IgM wijst op een
recente infectie.
Voeg een nieuwe reactie toe
Login om te reageren